[EN] Zeger, Lord of Herzele, stood during the years 1379-1384 on the side of the city of Ghent in the battle against Louis van Male, Count of Flanders. In 1380 Herzele was under the foot of the grave army. The castle, the slope and two mills (a water and windmill) were burned and destroyed. The goods of Zeger were excited by the excavator.
The mill was rebuilt in 1393 by the sovereign bail of Flanders, Gijsbrecht van Leeuwergem, for the price of 308 pounds 16 shells 10 deniers parisis, as can be read in the final account of September 30, 1395. That cost corresponds to those days About 2,000 daily wages from an unskilled worker. Its text is in Old French, but for the description of the materials used for the windmill, a number of Dutch words are used, such as "cnorhout", "wendas", "cammen", "strapband", "stenreep" and " Prange ". The windmill "te Rullegem" and the water mill "'s Heerenmeersen" already existed before 1380. Both mills were almost always co-owned.
[NL]Zeger, heer van Herzele, stond tijdens de jaren 1379-1384 aan de zijde van de stad Gent in de strijd tegen Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. In 1380 werd Herzele door de grafelijke legers onder de voet gelopen. De burcht, de halle en twee molens (een water- en een windmolen) werden in brand gestoken en verwoest. De goederen van Zeger werden door de graaf aangeslagen.
De molen werd in 1393 herbouwd door de soeverein-baljuw van Vlaanderen, Gijsbrecht van Leeuwergem, voor de prijs van 308 pond 16 schellingen 10 deniers parisis, zoals kan worden gelezen in de eindrekening van 30 september 1395. Die kostprijs komt in die dagen overeen met ongeveer 2000 daglonen van een ongeschoolde arbeider. De tekst ervan is in het oud-Frans, maar voor de beschrijving van de voor de windmolen gebruikte materialen worden een aantal Nederlandse woorden gehanteerd, zoals "cnorhout", "wendas", "cammen", "stropband", "stenreep" en "prange". De windmolen "te Rullegem" en de watermolen "'s Heerenmeersen" bestonden dus al voor 1380. Beide molens werden bijna altijd samen verpacht.
[Fr]Zeger, seigneur d'Herzele, se tenait au bord de la ville de Gand dans les années 1379-1384 dans la bataille contre Louis van Male, comte de Flandre. En 1380 Herzele a été exécuté par les forces du comte sous le pied. Le château, la pente et les deux moulins (un moulin à eau et un moulin à vent) ont été brûlés et détruits. Les marchandises de Zeger étaient excitées par la pelle.
Le moulin a été reconstruit en 1393 par le souverain-bailli de Flandre, Gijsbrecht Leeuwergem, pour le prix de 308 livres 16 shillings 10 deniers parisis, comme on peut le lire dans la déclaration finale du 30 Septembre 1395. Ce coût est chez les jour correspond à environ 2000 le salaire journalier d'un ouvrier non qualifié. Le texte est en vieux français, mais la description des matériaux utilisés pour l'utilisation de certains mots moulin à vent hollandais, tels que « cnorhout », « wendas », « cam », « fronde », « bar des services » et " Prange ». Le moulin à vent « à Rullegem » et donc du Seigneur Meersen » le moulin existait avant 1380. Les deux usines étaient presque toujours louées ensemble.
TMolen Te Rullegem Ten Bruggencate No .: 04173