"Het praalgraf van de laatste hertog van Gelre
Een waardevolle tombe in renaissance-stijl als laatste eerbetoon
In 1538 overleed hertog Karel van Gelre op 70-jarige leeftijd. In zijn testament had hij laten vastleggen dat hij begraven wilde worden in Monnikhuizen. De bevolking van Arnhem kwam hiertegen in opstand. Besloten werd om de ingewanden te begraven in het klooster van Monnikhuizen en zijn hart in de Minderbroederkerk.
Praalgraf in de Eusebiuskerk
Karel’s gebalsemde lichaam werd in de grafkelder in de Eusebiuskerk bijgezet. Het praalgraf kreeg een prominente plaats op het hoogkoor, bij de ingang van de grafkelder. Vanaf 1911 zijn alle overgebleven resten van de Hertog samengebracht in de grafkelder in de Eusebiuskerk.
Gisant
Bovenop het zwart marmeren praalgraf ligt een beeld - een gisant - van de hertog in wapenrusting, vervaardigd uit wit albast. Zijn hoofd rust op een kussen en zijn handen (de vingers voorzien van veel ringen) liggen, naar middeleeuws gebruik, gevouwen op zijn borst. Aan zijn voeten zijn een kussenrol en helm geplaatst, eveneens van albast. Zijn lichaam lijkt bewaakt te worden door zes goud geverfde leeuwen.
Apostelen en heiligen
Het zwart marmeren praalgraf van de hertog is aan de zijkanten voorzien van zestien reliëfs van albast. Aan de lange zijden van het paalgraf zijn de twaalf apostelen afgebeeld, aan de korte zijden bevinden zich reliëfs van de Heilige Familie: Sint Christoffel, Elisabeth van Thüringen en Sint Martinus in Romeinse kleding. De gelaatstrekken van deze laatste lijken sterk op die van Karel van Egmond.
Kunsthistorische waarde
Kunsthistorisch gezien is dit praalgraf uit de vroege renaissance van grote betekenis. Helaas is niet bekend wie het bijna vijf eeuwen geleden heeft gemaakt. Het is bijzonder dat het nog in zo’n goede conditie is. In 1633, bij een instorting van het gewelf, zijn delen van het praalgraf beschadigd. Men heeft dit gerestaureerd en dit is te zien op de plekken waar het kleurverschil zichtbaar is: namelijk bij de neus, opstaande kraag, het hoofdkussen en de handen en voeten. Diverse personen hebben hun initialen in het zachte albast gekrast. Onbeschadigd is het monument door de reformatie en diverse oorlogen heen gekomen. Tijdens WOII werd een muur van beton aangebracht, waardoor het praalgraf tijdens de Slag om Arnhem niet werd beschadigd.
Verplaatsing
Het praalgraf staat sinds 1964 in de kooromgang, omdat men dat toen passender vond. Na de komende restauratie in de kerkzaal zal het praalgraf weer zijn oorspronkelijke plaats op het hoogkoor gaan innemen. Ook worden de gerestaureerde delen uit 1633 naar de oorspronkelijke situatie terug gebracht."
(
visit link)
Eng
"The tomb of the last duke of Guelders
A valuable Renaissance-style tomb as a final tribute
Duke Charles of Guelders died in 1538 at the age of 70. In his will he had stated that he wanted to be buried in Monnikhuizen. The people of Arnhem rebelled against this. It was decided to bury the entrails in the monastery of Monnikhuizen and his heart in the Minderbroederkerk.
Tomb in the Eusebius Church
Karel's embalmed body was placed in the crypt in the Eusebius Church. The mausoleum was given a prominent place in the high choir, at the entrance to the crypt. From 1911, all remaining remains of the Duke have been brought together in the crypt in the Eusebius Church.
Giant
On top of the black marble mausoleum is a statue - a giant - of the duke in armour, made of white alabaster. His head rests on a pillow and his hands (the fingers with many rings) lie folded on his chest, according to medieval custom. At his feet are placed a pillow roll and helmet, also of alabaster. His body seems to be guarded by six gold-painted lions.
Apostles and saints
The black marble mausoleum of the duke has sixteen alabaster reliefs on the sides. The twelve apostles are depicted on the long sides of the pile grave, while on the short sides are reliefs of the Holy Family: Saint Christopher, Elisabeth of Thüringen and Saint Martin in Roman clothing. The facial features of the latter are very similar to those of Karel van Egmond.
Art historical value
From an art-historical point of view, this tomb from the early Renaissance is of great significance. Unfortunately, it is not known who made it almost five centuries ago. It is special that it is still in such good condition. In 1633, when the vault collapsed, parts of the tomb were damaged. This has been restored and this can be seen in the places where the color difference is visible: namely at the nose, stand-up collar, the pillow and the hands and feet. Several people have scratched their initials into the soft alabaster. The monument survived the Reformation and various wars undamaged. During WWII, a wall of concrete was installed, so that the tomb was not damaged during the Battle of Arnhem.
displacement
The mausoleum has been in the choir aisle since 1964, because it was considered more appropriate at the time. After the forthcoming restoration in the church hall, the mausoleum will once again take its original place in the high choir. The restored parts from 1633 will also be brought back to the original situation."
(
visit link)