Huis 't Sestich en College van de Hoge Heuvel - Leuven, Belgium - Belgium Monument Registers on Waymarking.com

"Het Hoge Heuvelcollege (1686-1797) was een priesterseminarie voor het aartsbisdom Utrecht, dat destijds wegens religieuze conflicten werd opgeheven. Het was gelegen aan de Prooststraat (nu Naamsestraat) in Leuven in het zuiden van Nederland. Hij maakte deel uit van Hollandse Zending, wiens doel het was om de rooms-katholieke geestelijkheid naar de Republiek der Verenigde Provinciën te sturen.

De apostolisch vicaris voor Holland Johannes van Neercassel besloot dat de leerling-priesters uit Keulen naar Leuven moesten verhuizen (1683). De kandidaat-priesters van Utrecht hadden tot dan toe in Keulen gewoond (sinds 1613). Naast de Latijnse naam Collegium Hollandicum stond het college in Keulen ook bekend als Collegium Alticolense omdat het op de plaats van de Hoher Hügel in Keulen was gevestigd. Ze gingen niet naar het Hollands College in Leuven, zoals Rovenius dat na een ruzie in Keulen had toegewezen aan de geestelijkheid van Haarlem.

Het is eerder toeval dat het Hoge Heuvelcollege op de hoogste plaats van Leuven lag; de oorsprong van zijn naam ligt immers in Keulen. De eerste directeur was Martinus De Swaen.

Na enkele jaren werd het College onderdeel van de Universiteit van Leuven. In 1754 beantwoordde het stadsbestuur van Leuven (Oostenrijkse Nederlanden) een vraag van Chrétien-François Terswaak, directeur van het Hoge Heuvelcollege. De Nederlanders wilden de sloppenwijk van de oude stadspoort, de Prooststraatpoort, ook wel de Sint-Kwintensbinnenpoort genoemd, slopen. Deze poort van de eerste stadsmuur was verbonden met het College en had gedurende 4 eeuwen geen functie. De stadsmagistraten accepteerden de sloop. Ook mochten de Nederlanders de stenen hergebruiken voor de muren van het college.

In 1797 schafte het Franse bestuur de Universiteit van Leuven af. Hiermee verdween het seminarie voor priesters van het Hoge Heuvelcollege.

Van 1798 tot 1805 vestigden de Fransen zich er onder de prefectuur Leuven in het departement Dijle.

In 1805 kon de stad Leuven het College verwerven. Het stadsbestuur verplaatste de jongensschool van het Heilige Geestcollege naar het Hoge Heuvelcollege (1805). Van 1805 tot 1983, bijna twee eeuwen lang, was het een amfitheater voor jongens; secundair onderwijs onder toezicht van de stad tot 1880 en van de Belgische staat vanaf 1881. Het Atheneum verhuisde naar de Redingenhof (1983), waardoor het gebouw enkele jaren ongebruikt bleef.

Sinds 1994 zijn er kantoren en klaslokalen van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de KU Leuven."

Sources : College

" The Hoge Heuvelcollege (1686-1797) was a seminary for the priesthood for the Archdiocese of Utrecht, which was abolished at the time due to religious conflicts. It was located at Prooststraat (now Naamsestraat) in Leuven in the south of the Netherlands. He was part of Hollandse Zending, whose objective was to send the Roman Catholic clergy to the Republic of the United Provinces.

The apostolic vicar for Holland Johannes van Neercassel decided that the student priests from Cologne should move to Leuven (1683). Until then, the candidate priests of Utrecht had resided in Cologne (since 1613). In addition to the Latin name Collegium Hollandicum, the college in Cologne was also known as Collegium Alticollense because it was located on the site of the Hoher Hügel in Cologne. They did not go to Hollands College in Leuven, as Rovenius had assigned it to the clergy of Haarlem after an argument in Cologne.

It is rather a coincidence that the Hoge Heuvelcollege was located on the highest place in Louvain; after all, the origin of its name is in Cologne. The first director was Martinus De Swaen.

After a few years, the College became part of the University of Louvain. In 1754, the city council of Louvain (Austrian Netherlands) answered a question from Chrétien-François Terswaak, director of Hoge Heuvelcollege. The Dutch wanted to demolish the slum of the old city gate, called Prooststraatpoort, also known as Sint-Kwintensbinnenpoort. This gate of the first city wall was attached to the College and had no function for 4 centuries. The city's magistrates accepted the demolition. The Dutch were also allowed to reuse the stones for the walls of the college.

In 1797, the French administration abolished the University of Louvain. With this, the seminary for priests of the Hoge Heuvelcollege disappeared.

From 1798 to 1805, the French settled there under the prefecture of Louvain in the department of Dyle.

In 1805, the city of Louvain was able to acquire the College. The city council moved the boys' school from Heilige Geestcollege to Hoge Heuvelcollege (1805). From 1805 to 1983, for nearly two centuries, it was an amphitheater for boys; secondary education under the supervision of the city until 1880 and by the Belgian state from 1881. The Athenaeum moved to the Redingenhof (1983), leaving the building unused for several years.

Since 1994 there are offices and classrooms of the Faculty of Economics and Business of KU Leuven."

Sources : The College

"Le Hoge Heuvelcollege (1686-1797) était un séminaire pour le sacerdoce pour l' archidiocèse d'Utrecht, qui a été aboli à l'époque en raison de conflits religieux. Il était situé à Prooststraat (maintenant Naamsestraat ) à Louvain dans le sud des Pays-Bas . Il faisait partie du Hollandse Zending, dont l'objectif était d'envoyer le clergé catholique romain en République des Provinces-Unies.

Le vicaire apostolique pour la Hollande Johannes van Neercassel a décidé que les étudiants prêtres de Cologne devraient déménager à Louvain (1683). Jusqu'alors, les candidats prêtres d' Utrecht résidaient à Cologne (depuis 1613). En plus du nom latin Collegium Hollandicum, le collège de Cologne portait également le nom de Collegium Alticollense car il se trouvait sur le site du Hoher Hügel à Cologne. Ils ne sont pas allés au Hollands College de Louvain, car Rovenius l' avait attribué au clergé de Haarlem après une dispute à Cologne.

C'est plutôt une coïncidence si le Hoge Heuvelcollege se trouvait sur la plus haute place de Louvain ; après tout, l'origine de son nom se trouve à Cologne. Le premier directeur était Martinus De Swaen.

Après quelques années, le Collège est devenu une partie de l' Université de Louvain. En 1754, le conseil municipal de Louvain (Pays-Bas autrichiens) répond à une question de Chrétien-François Terswaak, directeur du Hoge Heuvelcollege. Les Hollandais voulaient démolir le bidonville de l'ancienne porte de la ville, appelée Prooststraatpoort, également connue sous le nom de Sint-Kwintensbinnenpoort. Cette porte de la première enceinte de la ville était adossée au Collège et n'a eu aucune fonction pendant 4 siècles. Les magistrats de la ville ont accepté la démolition. Les Hollandais ont également été autorisés à réutiliser les pierres pour les murs du collège.

En 1797, l' administration française abolit l'Université de Louvain. Avec cela, le séminaire pour prêtres du Hoge Heuvelcollege a disparu.

De 1798 à 1805, les Français s'y installent sous la préfecture de Louvain du département de la Dyle.

En 1805, la ville de Louvain put acquérir le Collège. Le conseil municipal a déplacé l'école des garçons du Heilige Geestcollege au Hoge Heuvelcollege (1805). De 1805 à 1983, pendant près de 2 siècles, ce fut un amphithéâtre pour garçons ; enseignement secondaire sous tutelle de la ville jusqu'en 1880 et par l'État belge à partir de 1881. L'athénée a déménagé au Redingenhof (1983), laissant le bâtiment inutilisé pendant plusieurs années.

Depuis 1994, il existe des bureaux et des salles de classe de la Faculté d'économie et de commerce de la KU Leuven."

Sources : Le College