Sint-Annakerk - Oostende (Stene), Belgium - Wikipedia Entries on Waymarking.com

"It is one of the oldest places of worship along the Belgian coast.

The church was built in several phases. Presumably there was a wooden chapel next to the fortification, which was built to protect the coastal inhabitants from the Normans. This chapel would later have led to the parish church of Stene, presumably built under Robrecht de Fries (1071-1093). But there is great uncertainty about this.

Another version is that the construction of the church started in 1253, under the reign of Countess Margaret II of Constantinople, on the site where there used to be a chapel. The north aisle of this phase is still original: six niches still show the location of the earlier windows, of which there were twelve in total (symbol for the twelve apostles). The Templars of Slijpe controlled the church until 1312 when their order was dissolved. The nave dates from the 14th century. From the 15th century, the church was protected by the Dukes of Burgundy. During the Siege of Ostend (1601-1604), the church was heavily damaged. The third nave dates from the repair in 1625 (this date is in the west facade of the north aisle). With this addition, this church became a three-aisled hall church with two apses. The church tower in masonry was added around 1651. Above the altar of St. Apollonia in the right aisle is the year 1636.

Restoration works were carried out early on. The current tower dates from (1675 and was restored in 1748 and 1808. The bell weighs 281 kg and was cast in 1758. In 1763 the church was in such bad condition that it had to be completely restored.

All these works gave the whole a mixture of late Gothic and Renaissance style. In 1777 the choir was given a marble floor. A new main altar was placed and the previous main altar was now placed in the south aisle. The portal was built in 1846. A neo-Gothic baptismal font and baptistery were added in 1864. The stained glass windows behind the main altar depict Saint Anne and Saint Apollonia (patrons against toothache). Below the rood screen are the busts of St. Andrew and St. Barbara, patrons of the archers' guild.

On top of the turret, which is slightly crooked, is the gilded village rooster, recently recovered from gunshot wounds during the First World War. In that period the church was used by the German army as a horse stable and residence for the soldiers. The clock was removed by them. Afterwards, the clock was replaced with the money from the "war damage" funds."

Sources : The Church

"C'est l'un des plus anciens lieux de culte de la côte belge.

L'église a été construite en plusieurs phases. Vraisemblablement, il y avait une chapelle en bois à côté de la fortification, qui a été construite pour protéger les habitants de la côte des Normands. Cette chapelle aurait conduit plus tard à l'église paroissiale de Stene, vraisemblablement construite sous Robrecht de Fries (1071-1093). Mais il y a une grande incertitude à ce sujet.

Une autre version est que la construction de l'église a commencé en 1253, sous le règne de la comtesse Marguerite II de Constantinople, à l'emplacement où se trouvait une chapelle. Le bas-côté nord de cette phase est encore d'origine : six niches indiquent encore l'emplacement des fenêtres antérieures, au nombre de douze au total (symbole des douze apôtres). Les Templiers de Slijpe contrôlèrent l'église jusqu'en 1312, date à laquelle leur ordre fut dissous. La nef date du XIVe siècle. Dès le XVe siècle, l'église est protégée par les Ducs de Bourgogne. Pendant le siège d'Ostende (1601-1604), l'église a été fortement endommagée. La troisième nef date de la réfection de 1625 (cette date se trouve dans la façade ouest du bas-côté nord). Avec cet ajout, cette église est devenue une église-halle à trois nefs avec deux absides. Le clocher de l'église en maçonnerie a été ajouté vers 1651. Au-dessus de l'autel de Sainte-Apollonie dans la nef droite se trouve l'année 1636.

Des travaux de restauration ont été effectués très tôt. La tour actuelle date de (1675 et a été restaurée en 1748 et 1808. La cloche pèse 281 kg et a été coulée en 1758. En 1763 l'église était en si mauvais état qu'elle a dû être entièrement restaurée.

Tous ces travaux ont donné à l'ensemble un mélange de style gothique tardif et Renaissance. En 1777, le chœur reçoit un sol en marbre. Un nouvel autel principal a été placé et l'autel principal précédent a maintenant été placé dans l'allée sud. Le portail a été construit en 1846. Des fonts baptismaux et un baptistère néogothiques ont été ajoutés en 1864. Les vitraux derrière le maître-autel représentent sainte Anne et sainte Apollonie (patrons contre le mal de dents). Sous le jubé se trouvent les bustes de saint André et de sainte Barbara, patrons de la guilde des archers.

Au sommet de la tourelle, légèrement tordue, se trouve le coq doré du village, récemment récupéré des blessures par balle de la Première Guerre mondiale. A cette époque, l'église était utilisée par l'armée allemande comme écurie et résidence pour les soldats. L'horloge a été enlevée par eux. Par la suite, l'horloge a été remplacée par l'argent du fonds « dommages de guerre ».

Sources : L'Eglise

"Het is een der oudste gebedsplaatsen langs de Belgische kust.

Het kerkje werd in verschillende fasen gebouwd. Vermoedelijk stond er een houten kapel naast de versterking, die gebouwd werd ter bescherming van de kustbewoners tegen de Noormannen. Deze kapel zou dan later geleid hebben tot de parochiekerk van Stene, vermoedelijk gebouwd onder Robrecht de Fries (1071-1093). Maar hierover bestaat grote onzekerheid.

Een andere versie is dat de bouw van het kerkje gestart werd in 1253, onder het bewind van gravin Margaretha II van Constantinopel, op de plaats waar er vroeger een kapel stond. Van deze fase is de noordbeuk nog origineel: zes nissen tonen nog de plaats van de vroegere ramen, waarvan er in totaal twaalf waren (symbool voor de twaalf apostelen). De tempeliers van Slijpe hadden het beheer over de kerk tot 1312 toen hun orde werd ontbonden. De middenbeuk dateert van de 14de eeuw. Vanaf de 15de eeuw werd de kerk beschermd door de hertogen van Bourgondië. Tijdens het Beleg van Oostende (1601-1604) werd de kerk zwaar beschadigd. De derde beuk dateert van de herstelling in 1625 (deze datum staat in de westgevel van de noorderbeuk). Door deze toevoeging werd deze kerk een driebeukige hallenkerk met twee apsissen. Omstreeks 1651 werd het kerktorentje in metselwerk toegevoegd. Boven het altaar van de H. Apollonia in de rechterbeuk staat het jaartal 1636.

Er werden al vroeg restauratiewerken uitgevoerd. Het huidige torentje dateert uit (1675 en werd hersteld in 1748 en 1808. Het klokje weegt 281 kg en werd gegoten in 1758. In 1763 verkeerde het kerkje in zodanig slechte toestand dat het helemaal hersteld moest worden.

Door al die werken kreeg het geheel een mengeling van laatgotische en renaissance stijl. In 1777 kreeg het koor een marmeren vloer. Er werd een nieuw hoofdaltaar geplaatst en het vorige hoofdaltaar werd nu in de zuiderbeuk geplaatst. Het portaal werd in 1846 gebouwd. Een neogotische doopvont en doopkapel werden nog toegevoegd in 1864. De ramen uit gebrandschilderd glas achter het hoofdaltaar beelden Sint-Anna en de H. Apollonia (patrones tegen kiespijn) uit. Onder het oksaal staan de borstbeelden van St. Andreas en de H. Barbara, patroons van de schuttersgilde.

Boven op het torentje, dat wat scheef staat, prijkt de vergulde dorpshaan, onlangs hersteld van schotwonden tijden de Eerste Wereldoorlog. In die periode werd het kerkje gebruikt door het Duits leger als paardenstal en verblijfplaats voor de soldaten. De klok werd door hen verwijderd. Nadien werd de klok vervangen met het geld van de fondsen "oorlogsschade". "

Sources : Het kerkje