RM: 508657 - Rietvlechtschool - Noordwolde
Posted by: Groundspeak Premium Member Team Boon
N 52° 53.496 E 006° 08.580
32U E 307807 N 5864034
[NL] De Rijksrietvlechtschool werd opgericht in 1908. Het schoolgebouw stamt uit 1912 en is tot 1969 als vlechtschool in gebruik geweest. [EN] The reed plaiting school was founded in 1908. The school building dates from 1912 and was used until 1969.
Waymark Code: WM13W29
Location: Friesland, Netherlands
Date Posted: 02/27/2021
Published By:Groundspeak Premium Member dreamhummie
Views: 2

[NL]
Inleiding

De SCHOOL, voorheen Rijks Rietvlechtschool thans MAVO, is gebouwd in 1911 naar ontwerp van de rijksbouwmeester van Onderwijs J.A. Vrijman in Overgangsarchitectuur. De school ontstond op initiatief van twee dominees, die zich het lot hadden aangetrokken van de bevolking in en rond Noordwolde. Het vlechten van manden en korven van wilgetenen, rotan en riet had zich rond 1900 tot een huisnijverheid ontwikkeld en was één van de weinige bronnen van inkomsten. In de wintermaanden werden stoelen, korven en manden gevlochten, die in het voorjaar door de makers zelf in binnen- en buitenland werden verkocht. Om de kwaliteit van de produkten te verhogen werd met behulp van rijksgelden de Rietvlechtschool gebouwd, voor zowel het ambachtelijk als het algemeen vormend onderwijs, welke binnen het gebouw functioneel van elkaar zijn gescheiden. De school is na de Tweede Wereldoorlog uitgebreid met een nieuwe vleugel, die door een tussenlid met het oorspronkelijke gebouw is verbonden. Die uitbreiding valt buiten de bescherming van rijkswege, evenals de fietsenstallingen rondom het gebouw. De uitbreidingen en verbouwingen aan de voormalige vlechtlokalen, waarvan de oorspronkelijke hoofdvormen goed herkenbaar zijn, vallen eveneens buiten de bescherming van rijkswege.

Omschrijving

Het schoolgebouw heeft een E-vormige plattegrond: het hoofdvolume bestaat uit twee bouwlagen en de aanbouwen globaal uit één bouwlaag. Het opgaande muurwerk bestaat uit rode strengpersbakstenen. Het samengestelde dak is belegd met leien en aan de achterzijde met bitumeuze imitatieleien. De noordgevel heeft een symmetrische indeling met een entree in het midden, drie raamtraveeën aan de linker- en rechterzijde en op de hoeken risalerende dwarspanden. De twee bouwlagen zijn gescheiden door een hardstenen cordonlijst onder de raamdorpels. De tweelichtsvensters van de eerste bouwlaag hebben een getoogde, steense streklaag. De kruisvensters van de tweede bouwlaag zijn recht afgesloten met een latei en zijn alternerend opgetrokken tot een Vlaamse gevel, of eindigen dicht onder de dakvoet. Op de muurdammen tussen de ramen zijn gesmede ankers aangebracht. De bovenlichten van alle venster hebben nog de oorspronkelijke roedeverdeling. In de stoep voor de toegang is een kelderkoekkoek. De toegang, met porte brisee, heeft boven- en zijlichten en de maatvoering komt overeen met de brede drielichtvensters in de dwarspanden op de hoek. De geveltoppen van de dwarspanden op de hoek en van de Vlaamse gevels zijn met kraalhout beschoten. Op het dakschild tussen de Vlaamse gevels zijn dakkapellen met drieruitsramen onder geringe dakhelling. Op de snijpunten van nok en kepers staan zinken bekroningen.

De achtergevel van het hoofdvolume is slechts gedeeltelijk zichtbaar door de aangebouwde vlechtlokalen. De relatief smalle vensters in beide bouwlagen van het hoofdvolume zijn getoogd. In het dakschild kapellen met drie-ruitsramen onder geringe dakhelling. De westgevel heeft in de eerste bouwlaag twee oorspronkelijke getoogde tweelichtsvenster en boven de cordonlijst twee rechtgesloten tweelichtsvensters onder een latei. De gevel is gewijzigd ten behoeve van een zijingang en een traphal. Rechts naast de ingang is een getoogd T-venster en een hoger opgetrokken dwarsbeuk met tweelichtvenster met beschoten geveltoppen onder wolfeind. Op de nokhoeken staan eenvoudige zinken makelaars. De drie vlechtlokalen staan haaks op het hoofdvolume; ze zijn rechthoekig en twee ervan hebben tegen de zuidelijke gevelbeëindiging, met beschoten geveltop onder wolfseind, nog een lagere uitbouw waarin oorspronkelijk een buitendeur zat. De acht raamtraveeën-diepe vleugels hebben T-vensters onder een latei. De meest oostelijke en westelijke vlechtlokalen zijn via een tussenlid met het hoofdgebouw verbonden; die in het midden is verbonden met een uitbouw van het hoofdgebouw.

Het INTERIEUR van de school is gemoderniseerd, waarbij de oorspronkelijke decoraties en interieuronderdelen geheel of gedeeltelijk zijn weggewerkt. Tot de waardevolle interieuronderdelen en elementen behoren onder meer de constructieve onderdelen als consoles en balken, de schoorsteenmantel, de lambrizering en de kastenwand in de personeelsvertrekken. In de gangen zijn de granitovloeren nog aanwezig. De centrale trap is van hardsteen. De lokalen op de bovenverdieping hebben tongewelven met trekstangen en korbelen. Elk vlechtlokaal heeft een entresol voor de opslag van de vlechtmaterialen en -produkten.

Waardering

De rietvlechtschool uit 1911 is van algemeen cultuurhistorisch belang:

- vanwege de hoge mate van belang als bijzondere uitdrukking van een lokale sociaal-economische en cultuurhistorische ontwikkeling, nl. die van het technisch onderwijs in het algemeen en van het lokale artistieke rietvlechtambacht in het bijzonder,

- vanwege de redelijke mate van belang wegens de esthetische kwaliteit van het ontwerp en de detaillering van het interieur voor zover zichtbaar,

- vanwege de redelijke mate van belang voor de ontwikkeling en het aanzien van de plaats Noordwolde,

- vanwege de redelijke mate van belang wegens de herkenbaarheid van het exterieur en de redelijke mate van gaafheid van het interieur,

- vanwege de redelijke mate van functionele zeldzaamheid van de structuur van het gebouw met aangebouwde rietvlechtlokalen.


[EN]
preface

The SCHOOL, formerly Rijks Rietvlechtschool now MAVO, was built in 1911 after a design by the Chief Government Architect of Education J.A. Vrijman in Transitional Architecture. The school was founded on the initiative of two pastors, who were concerned about the fate of the population in and around Noordwolde. Wicker baskets and baskets made of wicker, rattan and cane had developed into a cottage industry around 1900 and was one of the few sources of income. In the winter months, chairs, baskets and baskets were woven, which in the spring were sold by the makers themselves at home and abroad. To increase the quality of the products, the Rietvlechtschool was built with the help of government funds, for both traditional and general education, which are functionally separated from each other within the building. The school was expanded after the Second World War with a new wing, which is connected to the original building by an intermediate member. This expansion falls outside the protection of the government, as well as the bicycle parking facilities around the building. The extensions and renovations to the former weaving classrooms, of which the original main shapes are clearly recognizable, also fall outside the protection of the government.

Description

The school building has an E-shaped floor plan: the main volume consists of two storeys and the extensions generally consist of one storey. The ascending wall work consists of red extruded bricks. The composite roof is covered with slates and at the rear with bituminous imitation slates. The north facade has a symmetrical layout with an entrance in the middle, three window bays on the left and right side and transverse panels at the corners. The two storeys are separated by a hard stone cordon frame under the window sills. The two-light windows of the first storey have an arched, stone extension layer. The cross windows of the second storey are closed straight with a lintel and are raised alternately to form a Flemish facade, or end close to the roof base. Forged anchors have been placed on the wall dams between the windows. The skylights of all windows still have the original rod distribution. There is a cellar biscuit in the sidewalk in front of the entrance. The entrance, with porte brisee, has top and side lights and the dimensions correspond to the wide three-light windows in the transverse panels on the corner. The gables of the transverse panels on the corner and of the Flemish facades are covered with bead wood. On the roof shield between the Flemish facades there are dormer windows with three-seam windows under a slight roof pitch. There are zinc crowns at the intersection of ridge and rafters.

The rear facade of the main volume is only partially visible through the attached wicker rooms. The relatively narrow windows in both floors of the main volume are arched. In the roof shield chapels with three-pane windows under a slight roof pitch. In the first storey, the west facade has two originally arched two-light windows and above the satin strip, two straight-closed two-light windows under a lintel. The facade has been changed for a side entrance and a staircase. To the right of the entrance is an arched T-window and a higher erected transept with a two-light window with shelled gables below the wolf end. Simple zinc brokers stand on the ridge corners. The three weaving rooms are perpendicular to the main volume; they are rectangular and two of them have a lower extension against the southern end of the facade, with a shelled gable under the wolf's end, which originally contained an outer door. The eight deep sash windows have T-windows under a lintel. The most eastern and western weaving rooms are connected to the main building via an intermediate section; which is connected in the middle to an extension of the main building.

The INTERIOR of the school has been modernized, with all or part of the original decorations and interior parts removed. Valuable interior parts and elements include structural components such as consoles and beams, the mantelpiece, the paneling and the cupboard wall in the staff rooms. The granito floors are still present in the corridors. The central staircase is of bluestone. The classrooms on the top floor have barrel vaults with tie rods and corbels. Each braiding room has a mezzanine floor for the storage of the braiding materials and products.

Appreciation

The reed plaiting school from 1911 is of general cultural-historical importance:

- because of its high importance as a special expression of a local socio-economic and cultural-historical development, namely that of technical education in general and of the local artistic reed weaving craft in particular,

- due to its reasonable importance due to the aesthetic quality of the design and interior detailing where visible,

- because of its reasonable importance for the development and prestige of the place Noordwolde,

- because of the reasonable degree of importance because of the recognisability of the exterior and the reasonable degree of intactness of the interior,

- due to the reasonable degree of functional rarity of the structure of the building with attached reed-weave rooms.


Bron / Source: (visit link)
Monument Number: 508657

Address of this Rijksmonument:
Hoofdstraat Oost 34 8391 AW Noordwolde


Relevant Database Website: [Web Link]

Date of registration: 11/03/1998

Is This Rijksmonument open to the public ?: yes

Rate your Waymark:

Visit Instructions:
  • The requirement for logging a visit will be at least, shoot and post one nice picture of the Waymarking point.
  • Visits without a picture(s) of the WM will be deleted.
  • A few words about your visit is highly appreciated.
Search for...
Geocaching.com Google Map
Google Maps
MapQuest
Bing Maps
Nearest Waymarks
Nearest Rijksmonumenten - Dutch National Monuments
Nearest Geocaches
Create a scavenger hunt using this waymark as the center point
Recent Visits/Logs:
Date Logged Log User Rating  
dreamhummie visited RM: 508657 - Rietvlechtschool - Noordwolde 07/21/2021 dreamhummie visited it