Guido Gazelle - Brugge, Belgium
Posted by: Groundspeak Premium Member PetjeOp
N 51° 12.313 E 003° 13.449
31U E 515659 N 5672670
Guido Gezelle was een Vlaamse rooms-katholieke priester, lyrisch dichter en hekeldichter, taalwetenschapper en vertaler.
Waymark Code: WM168EY
Location: West-Vlaanderen, Belgium
Date Posted: 06/01/2022
Published By:Groundspeak Premium Member silverquill
Views: 1

In Brugge, de stad waar Guido vele jaren woonde, staat een standbeeld van hem aan de Gruuthusestraat 4. Op het pleintje staat ook een klein huisje: 'Het Schrijverke' dat is vernoemd naar één van zijn gedichten.

"Guido Gezelle

Guido Pieter Theodorus Josephus Gezelle (Brugge, 1 mei 1830 – Brugge, 27 november 1899) was een Vlaamse rooms-katholieke priester, lyrisch dichter en hekeldichter, taalwetenschapper en vertaler. Hij is bekend om zijn fijnzinnige gedichten over de natuur, zijn beeldend taalgebruik en als virtuoos taalkunstenaar. O 't ruischen van het ranke riet en Het Schrijverke uit de dichtbundel Vlaamsche Dichtoefeningen (1858) zijn slechts twee van zijn bekendste werken.

De thematiek van zijn gedichten is typisch romantisch, met onderwerpen als natuur, vriendschap en de dood.

Roeselare (1854-1860)
Gezelles eerste dichtbundel was Vlaamsche Dichtoefeningen (1858). De voor die tijd onorthodoxe, niet-verheven taal waarin hij dichtte werd buiten West-Vlaanderen aanvankelijk niet bijster gewaardeerd. In het noorden van Nederland vond men hem veel te Vlaams in zijn taalgebruik. Veel recensenten waardeerden ook zijn experimentele vormen niet, zoals in een bonke keerzen kind. Ook werd hij, vooral van antiklerikale liberale zijde, hevig aangevallen om het godsdienstige vroom karakter van veel van zijn dichtwerk. Een van de weinigen in Nederland die wel aandacht aan Gezelles dichtkunst besteedde was de katholieke intellectueel Joseph Alberdingk Thijm, de vader van Lodewijk van Deyssel. Deze dichter streefde net als Gezelle naar een herwaardering en heropleving van de middeleeuws-christelijke kunst en cultuur, zoals in de architectuur binnen de neogotiek.

Brugge (1860-1872)
Na de opheffing van het Engels College werd Gezelle leraar in de wijsbegeerte en onderrector aan het Seminarium Anglo-Belgicum (1861–1865). In 1865 werd Gezelle benoemd tot onderpastoor (Noord-Nederlands: kapelaan) van de Sint-Walburgakerk te Brugge. Gezelles bundels Gedichten, Gezangen en Gebeden en Kerkhofblommen werden uitgegeven tijdens zijn leraarstijd in Brugge.

Gezelle ontpopte zich ook als hekeldichter. Onder de schuilnaam Spoker betrad hij met zijn satires het politieke toneel.

Kortrijk (1872-1899)
Na enige tijd hervatte hij het dichten. Een van de uitgaven uit die tijd is de populaire bundel Zielegedichtjes. Langzamerhand steeg hij als dichter in aanzien, hoewel zijn werk buiten West-Vlaanderen nog altijd weinig aandacht kreeg. In 1880 verscheen Liederen, Eerdichten et Reliqua, een bundel met schoonheidsgedichten, humoristische vertellinkjes en vertaalde gedichten.

Geleidelijk aan begon er ook buiten West-Vlaanderen de waardering voor zijn werk toe te nemen. Het lukte hem zijn lyrische dichtkunst weer te hervatten, waarmee zijn dichterschap een tweede, meer doorleefde en gerijpte bloeitijd beleefde. De gedichten van de periode werden in 1893 gebundeld in Tijdkrans.

Nadat in Vlaanderen de vernieuwingsbeweging in de poëzie Van Nu en Straks en in Nederland De Nieuwe Gids voor een frisse wind in het literaire landschap zorgden kwam er meer algemeen waardering voor de gedichten van Gezelle.

In 1896 schreef hij op 66-jarige leeftijd in totaal 87 gedichten, de meeste door middel van een langdurig geworstel met woorden. In 1897 verscheen de bundel Rijmsnoer om en om het jaar, waarin gedichten over de schepping staan, of liever gezegd: de scheppingsorde, door de seizoenen via de opeenvolgende maanden te beschrijven. Ook Tijdkrans toonde al zijn behoefte aan weergave van deze ordening die hij om zich heen bespeurde. Beide bundels tonen onder meer aan hoe intens Gezelle kon genieten van allerlei details en gebeurtenissen in de natuur en hoe hij in woordspel wist te vangen wat hij met zijn zintuigen waarnam.

Op 27 november 1899 stierf hij, ziek en verzwakt, 69 jaar oud.

Laatste verzen
Postuum werden in 1901 de gedichten uitgegeven die men vond na zijn overlijden. Deze bundel heet Laatste verzen. Hij bevat onder meer gedichten over zijn waarneming van de schoonheid van de Schepping, vormgegeven met Gezelles karakteristieke fijngevoeligheid en beeldende kracht, en geïnspireerd door zijn diepe ontroering en religieuze verwondering over de schoonheid in alles wat leeft, wat hij zag als eerbetoon aan God, die naar zijn innerlijke overtuiging dat alles geschapen heeft. Die visie op het leven spreekt echter ook al uit een van zijn vroegere gedichten, zoals 't Er viel ne keer en Als de ziele luistert:

Als de ziele luistert
spreekt het al een taal dat leeft,
't lijzigste gefluister
ook een taal en teeken heeft:
blâren van de boomen
kouten met malkaar gezwind,
baren in de stroomen
klappen luide en welgezind,
wind en wee en wolken,
wegelen van Gods heiligen voet,
talen en vertolken
't diep gedoken Woord zoo zoet..
als de ziele luistert!
1859"
(visit link)

Eng
Guido Gezelle

Guido Pieter Theodorus Josephus Gezelle (Bruges, May 1, 1830 – Bruges, November 27, 1899) was a Flemish Roman Catholic priest, lyrical poet and satirist, linguist and translator. He is known for his delicate poems about nature, his visual language and as a virtuoso language artist. O 't rustle van het slender reed and Het Schrijverke from the poetry collection Vlaamsche Poetry Exercises (1858) are just two of his best-known works.

The themes of his poems are typically romantic, with subjects such as nature, friendship and death.

Roeselare (1854-1860)
Gezelle's first collection of poems was Flemish Poetry Exercises (1858). The unorthodox, non-exalted language in which he wrote poetry was initially not much appreciated outside of West Flanders. In the north of the Netherlands he was considered much too Flemish in his use of language. Many critics also did not appreciate his experimental forms, such as in a bonke zeizen child. He was also violently attacked, especially from the anti-clerical liberal side, for the religiously pious character of many of his poems. One of the few in the Netherlands who did pay attention to Gezelle's poetry was the Catholic intellectual Joseph Alberdingk Thijm, the father of Lodewijk van Deyssel. Like Gezelle, this poet strove for a revaluation and revival of medieval Christian art and culture, such as in neo-Gothic architecture.

Bruges (1860-1872)
After the abolition of the English College, Gezelle became a philosophy teacher and deputy headmaster at the Seminarium Anglo-Belgicum (1861–1865). In 1865 Gezelle was appointed curate (Northern Dutch: chaplain) of the Sint-Walburgakerk in Bruges. Gezelle's collections of Poems, Hymns and Prayers and Kerkhofblommen were published during his time as a teacher in Bruges.

Gezelle also turned out to be a satirist. Under the pseudonym Spoker, he entered the political scene with his satires.

Kortrijk (1872-1899)
After some time he resumed writing poetry. One of the publications from that time is the popular collection Zielegedichtjes. Gradually he rose in prestige as a poet, although his work outside West Flanders still received little attention. Liederen, Eerdichten et Reliqua was published in 1880, a collection of beauty poems, humorous narrative links and translated poems.

Gradually, appreciation for his work also began to increase outside West Flanders. He managed to resume his lyrical poetry, giving his poetry a second, more lived and matured heyday. The poems of the period were collected in Tijdkrans in 1893.

After the renewal movement in the poetry Van Nu en Straks in Flanders and in the Netherlands De Nieuwe Gids brought a breath of fresh air to the literary landscape, Gezelle's poems were more widely appreciated.

In 1896, at the age of 66, he wrote a total of 87 poems, most of them through a lengthy struggle with words. In 1897, the collection Rijm Cord appeared every other year, containing poems about creation, or rather: the order of creation, by describing the seasons via successive months. Also Tijdkrans already showed his need for a representation of this order that he perceived around him. Both collections show, among other things, how intensely Gezelle was able to enjoy all kinds of details and events in nature and how he managed to capture in word play what he perceived with his senses.

On November 27, 1899, he died, sick and weak, aged 69.

Latest verses
The poems found after his death were published posthumously in 1901. This collection is called Last Verses. He includes poems about his perception of the beauty of Creation, designed with Gezelle's characteristic sensitivity and expressive power, and inspired by his deep emotion and religious amazement at the beauty in all living things, which he saw as a tribute to God, who to his inner conviction that created everything. However, this vision of life is also expressed in one of his earlier poems, such as 't Er fell ne times and If the soul listens:

When the soul listens
does it already speak a language that lives,
the sweetest whisper
also has a language and sign:
leaves of the trees
chatting with each other quickly,
give birth in the streams
clap loud and benevolent,
wind and woe and clouds,
away from God's holy foot,
languages ??and interpreting
the deeply sunken Word so sweet..
if the soul listens!
1859"
(visit link)
Relevant Web Site: [Web Link]

Visit Instructions:
Give the date of your visit and describe your experience. Additional photos and information about the site or poet/author are appreciated.
Search for...
Geocaching.com Google Map
Google Maps
MapQuest
Bing Maps
Nearest Waymarks
Nearest Dead Poets' Society Memorials
Nearest Geocaches
Create a scavenger hunt using this waymark as the center point
Recent Visits/Logs:
Date Logged Log User Rating  
PetjeOp visited Guido  Gazelle - Brugge, Belgium 02/06/2023 PetjeOp visited it