kerkje op de heuvel - Heelsum, NL
Posted by: Groundspeak Premium Member PetjeOp
N 51° 58.649 E 005° 45.537
31U E 689480 N 5762128
Het kerkje staat op een heuvel aan de rand van Heelsum
Waymark Code: WM19GYJ
Location: Gelderland, Netherlands
Date Posted: 02/27/2024
Published By:Groundspeak Premium Member rjmcdonough1
Views: 0

In een uittreksel uit een Missaal dat eertijds op kasteel Doorwerth bewaard werd valt het volgende op te maken: “A.D. 1517 lacht joncker Frederick van Voorst, heer te Doorwerth, hier tot Heelsum van dat koer den yrsten steen des Dinxdaechs voor Sinte Geertruiden dach, der jofferen rein etc.” en “A.D. 1519. Daermit sloech Mr. Willem van Kerckhof, pastoor tot Heelsum, hyer boven dat hoochaltaar den eersten ley”.

Hieruit blijkt, dat in 1517 de eerste steenlegging van de kerk te Heelsum heeft plaats gevonden en dat pas twee jaar later met de dakbedekking werd begonnen.

In eerste instantie bestond het Kerkje uit een eenvoudige toren aan de westzijde, waaraan het schip van de kerk werd gebouwd, onversmald overgaande in het koor. De ingang van het Kerkje was in de toren. Kerk en toren zijn gemetseld van baksteen. Een verhoogd dak verlevendigt de noklijn van het Kerkje.

Bij een restauratie in 1656 werden enkele steunberen van het koor vernieuwd alsmede de sloten van de kerkdeuren. Ook werd waarschijnlijk een ingang in de zuidmuur gemaakt, terwijl een later dichtgemetselde ingang in de noordmuur, tot de restauratie in 1952, nog in het tweede travee zichtbaar was.

In 1657 werden de glazen van de kerk, die toen reeds jaren stuk waren hersteld en in 1658 werd de nu nog in gebruik zijnde preekstoel, die afkomstig was van de Lutherse gemeente te Arnhem, in de kerk geplaatst.

In 1678 kreeg de toren een enigszins andere gedaante. Behalve dat boven de toreningang in de tweede geleding een groot venster werd dichtgemetseld, is de toren met een derde geleding verhoogd, waarin aan drie zijden galmgaten gemaakt werden.

Het ledental van Heelsum breidde zich in de loop der jaren aanmerkelijk uit. Dit was aanleiding voor de toenmalige eigenaresse van de heerlijkheid Doorwerth, de douairière Baron van Brakell, het Kerkje te vergroten. Zodoende werd in 1859 een dwarspand in zuidelijke richting gebouwd met een ingang aan de zuidzijde. Tevens werden de muren van gietijzeren ramen voorzien, terwijl in de oostzijde van het koor een ingang werd gemaakt t.b.v. een daarin gecreëerde kerkenraadskamer. Het verlaagde plafond van deze kerkenraadskamer diende tevens als galerij, waarop banken werden geplaatst die dienden voor het bijwonen van de godsdienstoefening.

Intussen was buiten aan de zuidzijde van het koor, tussen de steunberen van het 1e travee, het grafmonument geplaatst van J.A.P. Baron van Brakell, Heer van Doorwerth, overleden in 1853, en diens vrouw J.H.G. van Schuylenburch, overleden in 1878. In 1862 werd de kerk verrijkt met een kerkorgel, gebouwd door de firma F.S. Naber, orgelbouwer te Deventer, dat echter in 1944 door de oorlogshandelingen van de Tweede Wereldoorlog werd verwoest.

In één der jaren na 1920 was het kruis van de toren scheef gewaaid. Bij nader onderzoek bleek, dat de koningsspil van de torenkap, waaraan het kruis is vastgemaakt, vergaan was. Het smeedijzeren kruis was dermate beschadigd dat het duchtig onder handen moest worden genomen, waarna bal en windvaan, een steigerend paard (en geen haan), opnieuw werden verguld. Bij dit herstellingswerk deed zich een verrassing voor. Er was vroeger al eens iets geschreven over het “mannetje op de kerk”, maar het was niet bekend wat dit eigenlijk beduidde. Bij beklimming van het restauratiesteiger werd dit mysterieuze “mannetje” gevonden. Aan het torendak was een soort uitbouwtje gemaakt, met zwaar lood bekleed en daar bovenop zat de figuur, uit zwaar plaatlood gezaagd. Hij was vergezeld van twee uit lood gegoten schaapjes, één stond naast hem en de ander op het voorvlak. Het was te zien, dat elk der schaapjes een partner had gehad. Op het voorvlak bevonden zich de initialen “W D” en het jaartal 1678, waarmee wel als zeker mag worden aangenomen, dat het “mannetje” met zijn vier schaapjes in 1678 op zijn verheven zitplaats werd gebracht. De twee schaapjes die verloren zijn gegaan zijn toen door nieuwe vervangen. Ook op een loden plaat, doch juist onder het kruis, stond nog vermeld: “Gerret. Dercksen. Vos. 1678”. Door het tot tweemaal toe vinden van het jaartal 1678 mag worden verondersteld, dat in dat jaar de toren is opgetrokken, of verbouwd zoals hiervoor is beschreven.

In 1944 is de kerk, en met name het dak, ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, met alle gevolgen van dien. Hierdoor was het niet mogelijk zonder hoge kosten één en ander te herstellen. Als eerste fase werden in 1949 de daken van schip en koor vernieuwd.

Toen in 1951 de kerk in handen kwam van de Hervormde Gemeente Doorwerth-Heelsum, voor een symbolisch bedrag van ƒ1,00 betaald aan de vorige eigenaresse stichting Hendrick de Keyser, uit Amsterdam, werd deze geheel gerestaureerd onder leiding van het architectenbureau Gerretsen en Cramer te Arnhem. Er werd een gewelfde dakconstructie toegepast waarbij het oorspronkelijke gestukadoorde plafond, dat zich in het oude koorgedeelte bevond, verviel. Hierbij werd de kerkenraadskamer verplaatst van de koorzijde naar de torenzijde. De ronde raampjes uit de koorsluiting werden verwijderd en in de aldaar gedichte vensters, oud-gotische ramen aangebracht. De andere ramen behielden hun gietijzeren constructie.

De preekstoel, die vóór deze restauratie midden voor het in 1859 gebouwde dwarspand stond, werd, nadat het voetstuk was ingekort, verplaatst naar de N.W.-hoek.

Deze restauratie werd beëindigd in 1952, en een jaar later werd het nieuwe pneumatische Verweys-orgel door orgelfabriek Melodia uit Amsterdam geplaatst. Doordat Monumentenzorg eisen stelde aan het voorfront, wat extra kosten met zich meebracht, duurde het tot 27 oktober 1953 voordat het orgel in gebruik kon worden genomen. Naast de eigen organist, de heer J.G. van Leersum, bespeelde de heer Feike Asma het orgel tijdens de ingebruikname.

Bij de laatste restauratie werden in de vensternissen vier muurschilderingen gevonden van grijs op zwarte velden. Elk stelde een geraamte voor; ze zijn wellicht geschilderd in de tijd, dat de heer Daem Willem Schellard van Obbendorp, daar zijn vrouwen begroef (1640 – 1650). Omdat bij nadere beschouwing zij niet van enige betekenis leken te zijn, zijn deze schilderingen verwijderd.

Hoewel de kerk uit 1517 stamt kreeg op 11 juli 1926 de Hervormde Gemeente Doorwerth-Heelsum pas haar zelfstandigheid. Voordien werden de kerkdiensten verzorgd vanuit Hervormd Renkum, hoewel de samenwerking in die dagen moeizaam verliep."
(visit link)

Eng
"In an extract from a Missal that was once kept at Doorwerth Castle, the following can be deduced: “A.D. 1517, squire Frederick van Voorst, lord in Doorwerth, laughs here to Heelsum from that courtyard the yrst stone of the Dinxdaechs for Sinte Geertruiden dach, of the jofferen rein etc.” and “A.D. 1519. Daermit sloech Mr. Willem van Kerckhof, pastor to Heelsum, above that high altar the first ley”.

This shows that the foundation stone of the church in Heelsum was laid in 1517 and that the roofing did not begin until two years later.

Initially, the church consisted of a simple tower on the west side, on which the nave of the church was built, flowing unnarrowed into the choir. The entrance to the Church was in the tower. Church and tower are made of brick. A raised roof enlivens the ridge line of the Church.

During a restoration in 1656, some buttresses of the choir were renewed, as well as the locks of the church doors. An entrance was also probably made in the south wall, while a later bricked-up entrance in the north wall was still visible in the second bay until the restoration in 1952.

In 1657, the windows of the church, which had been broken for years, were repaired and in 1658 the pulpit that was still in use, which came from the Lutheran community in Arnhem, was placed in the church.

In 1678 the tower took on a slightly different appearance. In addition to the fact that a large window was bricked up above the tower entrance in the second section, the tower was raised with a third section, in which reverberation holes were made on three sides.

Heelsum's membership has expanded considerably over the years. This prompted the then owner of the manor of Doorwerth, the dowager Baron van Brakell, to enlarge the church. So in 1859 a transverse building was built in a southerly direction with an entrance on the south side. The walls were also fitted with cast iron windows, while an entrance was made in the east side of the choir for a church council room to be created there. The suspended ceiling of this consistory room also served as a gallery, on which benches were placed to attend religious services.

In the meantime, the grave monument of J.A.P. had been placed outside on the south side of the choir, between the buttresses of the 1st bay. Baron van Brakell, Lord of Doorwerth, died in 1853, and his wife J.H.G. van Schuylenburch, died in 1878. In 1862 the church was enriched with a church organ, built by the company F.S. Naber, organ builder in Deventer, which was destroyed in 1944 by the actions of the Second World War.

In one of the years after 1920, the cross of the tower was blown crooked. Further investigation revealed that the kingpin of the tower cap, to which the cross is attached, had perished. The wrought iron cross was so damaged that it had to be thoroughly overhauled, after which the ball and weather vane, a rearing horse (and no rooster), were re-gilded. A surprise occurred during this repair work. Something had previously been written about the “little man at church”, but it was not known what this actually meant. This mysterious “man” was found while climbing the restoration scaffolding. A kind of extension had been made to the tower roof, covered with heavy lead, and on top of it sat the figure, cut from heavy sheet lead. He was accompanied by two sheep cast from lead, one standing next to him and the other on the front surface. It could be seen that each of the sheep had had a partner. On the front were the initials “W D” and the year 1678, which means that it can be assumed with certainty that the “little man” with his four sheep was brought to his lofty seat in 1678. The two sheep that were lost were then replaced by new ones. Also on a lead plate, but just below the cross, was written: “Gerret. Dercksen. Fox. 1678”. By finding the year 1678 twice, it can be assumed that the tower was built or renovated in that year as described above.

In 1944, the church, and in particular the roof, was severely damaged as a result of the Second World War, with all its consequences. This made it impossible to repair things without high costs. As a first phase, the roofs of the nave and choir were renovated in 1949.

When the church came into the hands of the Reformed Church of Doorwerth-Heelsum in 1951, for a symbolic amount of ƒ1.00 paid to the previous owner of the Hendrick de Keyser Foundation, from Amsterdam, it was completely restored under the supervision of the architectural firm Gerretsen and Cramer in Arnhem. A vaulted roof construction was used, eliminating the original plastered ceiling, which was located in the old choir section. The church council room was moved from the choir side to the tower side. The round windows from the chancel were removed and old Gothic windows were installed in the closed windows. The other windows retained their cast iron construction.

The pulpit, which before this restoration stood in the middle of the transverse building built in 1859, was moved to the N.W. corner after the pedestal had been shortened.

This restoration was completed in 1952, and a year later the new pneumatic Verweys organ was installed by the Melodia organ factory from Amsterdam. Because Monumentenzorg made demands on the front, which entailed additional costs, it took until October 27, 1953 before the organ could be put into use. In addition to our own organist, Mr J.G. van Leersum, Mr Feike Asma played the organ during its commissioning.

During the last restoration, four murals of gray on black fields were found in the window recesses. Each represented a skeleton; they were probably painted at the time that Mr Daem Willem Schellard van Obbendorp buried his wives there (1640 - 1650). Because upon closer inspection they did not appear to be of any significance, these paintings were removed.

Although the church dates from 1517, the Reformed Church of Doorwerth-Heelsum only became independent on July 11, 1926. Previously, church services were provided from Hervormd Renkum, although cooperation was difficult in those days."
(visit link)
Date the Church was built, dedicated or cornerstone laid: 01/01/1517

Age of Church building determined by?: Cornerstone or plaque

If denomination of Church is not part of the name, please provide it here: Ned hervormd

Primary website for Church or Historic Church Building: [Web Link]

Secondary Website for Church or Historic Church Building: [Web Link]

If Church is open to the public, please indicate hours: Not listed

If Church holds a weekly worship service and "all are welcome", please give the day of the week: Not listed

Indicate the time that the primary worship service is held. List only one: Not Listed

Street address of Church: Not listed

Visit Instructions:
1) A photo of the church is required for visits to a waymark.

2) Please share some comments about your visit.

3) Additional photos are encouraged. If you can have information in addition to that already provided about this church, please share it with us.

Search for...
Geocaching.com Google Map
Google Maps
MapQuest
Bing Maps
Nearest Waymarks
Nearest This Old Church
Nearest Geocaches
Create a scavenger hunt using this waymark as the center point
Recent Visits/Logs:
There are no logs for this waymark yet.