Sasje van Dierendonck - Nieuwpoort - Belgium
Posted by: Groundspeak Premium Member Andre 61
N 51° 07.590 E 002° 45.509
31U E 483098 N 5663920
oude sluis "Sasje van Dierendonck" in Nieuwpoort
Waymark Code: WM16B65
Location: West-Vlaanderen, Belgium
Date Posted: 06/19/2022
Published By:Groundspeak Premium Member Alfouine
Views: 0

Het Sasje van Dierendonck, ook Sasje van de Oostvaart of Oostsluis genoemd is een kleine schutsluis ten oosten van Nieuwpoort-Stad. Het sasje verbindt de Slijkvaart met de Veurnevaart en zo de afwateringswaterlopen van de polder met de scheepvaartkanalen.

Ontstaan
In de 13de eeuw werden de polders in een wijd gebied rond Nieuwpoort ontwaterd langs geulen en vaarten die uiteindelijk bij Nieuwpoort in zee uitmondden. Die geulen en vaarten werden ook druk gebruikt voor handelsscheepvaart. Drie zeewerende sluizen op de voornaamste vaarten rond Nieuwpoort verzekerden de verbinding tussen de vaarten onderling en de getijdenkreek van de IJzer en de open haven van Nieuwpoort. Buiten de Westsluis en de Lekesluis ten westen van Nieuwpoort was er aan de Oostkant van Nieuwpoort, op de Slijkvaart, een derde sluis: de Oostsluis. De Oostsluis diende vooral voor de afwatering van de streek ten zuidoosten van de stad, maar werd ook gebruikt door kleinere schuiten van polderboeren en handelaars op weg naar Nieuwpoort.

In de 17de eeuw telde de havenkom van Nieuwpoort drie zeewerende schutsluizen, die tevens belangrijke uitwateringssluizen waren: de sluis op de IJzer of Iepersluis die verplaatst was van Nieuwendamme naar de havenkom, de sluis op de Lekevaart die het begin was van de vaart richting Plassendale en de Oostsluis die toen ook de vaart naar Duinkerke ontving.

In de tweede helft van de 19de eeuw werd het net van vaarten en kanalen gemoderniseerd. De Ganzepoot kreeg zijn huidig uitzicht. De Plassendalevaart, de Veurnevaart en de Lovaart werden ingedijkt en hun waterpeil verhoogd om grotere schepen toe te laten. 0ntwatering werd goeddeels gescheiden van scheepvaart. De polder ten zuidoosten van Nieuwpoort, Veurne-Ambacht, kwam als het ware in een kom te liggen. Op de geulen en vaarten van die polder voeren nog altijd kleinere schepen, platbodems, voor de landbouw en industrie en om de omliggende handelscentra te bereiken. Om die scheepjes toegang te geven tot de vaarten met verhoogd waterpeil werden drie poldersasjes gebouwd. Het Sasje van Dierendonck, op de plaats van de aloude Oostsluis, is een van die poldersasjes. Het dateert van 1895.

Na de Eerste Wereldoorlog kreeg het sasje zijn huidig uitzicht en dan raakte het in de vergetelheid.

Beschrijving
De schutkolk van het Sasje van Dierendonck is 3,32 meter breed en 22,2 meter lang. Die afmetingen werden bepaald op basis van de afmetingen van de platbodem scheepjes die op de poldervaarten voeren.

Aan de kant van de Veurnevaart wordt de kolk afgesloten door een vloeddeur, de benedendeur, bestaande uit twee vleugels die sluiten op een punt richting Veurnevaart. Het waterpeil van de Veurnevaart is immers hoger dan het waterpeil dat aangehouden wordt in de polder. Achter de benedendeur bevindt zich een ebdeur. Het is een steekdeur, een sasdeur met onderaan planken en bovenaan open. De steekdeur bestaat uit twee vleugels die sluiten op een punt in de richting van de polder.

Aan de kant van de polder wordt de kolk afgesloten door een vloeddeur, de bovendeur, bestaande uit twee vleugels die sluiten op een punt richting Veurnevaart.

In een nis in de wand van de schutkolk is een verticale staaf ingewerkt om een boot tijdens het schutten en rijzen of dalen van de waterspiegel te stabiliseren.

Voor alle deuren zijn in de wanden van het sasje muurkassen voorzien waarin de geopende deuren desgewenst kunnen verankerd worden.

Aan de boven- en benedenkant van het sasje, zijn sponningen voor schotbalken uitgespaard in de wanden.

Op de wal staan vier kaapstanders waarmee de deurvleugels via een heugelstang kunnen geopend of gesloten worden.

In de vier vleugels van de boven- en benedendeuren zitten rinketten om bij het schutten het waterniveau in de schutkolk tot de gepaste hoogte te laten stijgen of zinken. Bovenop elke deurvleugel staat een handbediende tandwielkast om het rinket te openen of te sluiten. De smalle deuren waarover de sassenier naar de tandwielkast moet lopen zijn voorzien van een leuning.

Ter hoogte van de benedendeuren ligt een loopbruggetje over het sas.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog
Het Sasje van Dierendock heeft geen rol gespeeld bij de inundatie van oktober 1914 omdat het onbekend was bij de plannenmakers en hun aangewezen raadgevers, de sluismeester en de ingenieurs van “Bruggen en wegen”, afwezig waren. Dat had nochtans gekund.

Men had de vloeddeuren van het Veurnesas kunnen openzetten en verankeren in de muurkassen. Tegelijk had men de ebdeuren kunnen vrijmaken van de apparatuur waarmee ze geopend en gesloten worden. Bij vloed zou het zeewater voorbij de verankerde vloeddeuren in het sas gestroomd zijn, de vrij beweegbare ebdeuren open geduwd hebben en in de Veurnevaart gestroomd. Bij eb had het niet kunnen terug naar zee stromen, want het terugstromend water zou de ebdeuren gesloten hebben. Wanneer men de vloeddeuren van het Sasje van Dierendock had verankerd in de muurkassen en de ebdeuren (steekdeuren) los laten draaien, zou het zeewater door het sasje in de polder gestroomd zijn en daar opgehouden. Het teveel aan zeewater, komend van het bredere Veurnesas, dat niet direct door het smalle Dierendocksasje kon, zou de Veurnevaart verderop gevuld hebben en bij eb zou dat water teruggestroomd zijn en alsnog door het sasje naar de polder. Dat maneuver had continu kunnen doorgaan zonder verdere menselijke tussenkomst.

Bron (visit link)
------------------

The Sasje van Dierendonck, also called Sasje van de Oostvaart or Oostsluis, is a small lock east of Nieuwpoort-Stad. The lock connects the Slijkvaart with the Veurnevaart and thus the drainage waters of the polder with the shipping channels.

Origin
In the 13th century, the polders in a wide area around Nieuwpoort were drained along gullies and canals that eventually flowed into the sea at Nieuwpoort. These channels and canals were also used for commercial shipping. Three seawater locks on the main canals around Nieuwpoort ensured the connection between the canals themselves and the tidal creek of the IJzer and the open port of Nieuwpoort. Apart from the Westsluis and the Lekesluis on the west side of Nieuwpoort, there was a third lock on the east side of Nieuwpoort, on the Slijkvaart: the Oostsluis. The Oostsluis was mainly for the drainage of the area to the south-east of the town, but was also used by smaller barges of polder farmers and traders on their way to Nieuwpoort.

In the 17th century, the harbour basin of Nieuwpoort had three seawater lock systems, which were also important drainage sluices: the lock on the IJzer or Iepersluis, which was moved from Nieuwendamme to the harbour basin, the lock on the Lekevaart, which was the start of the navigation towards Plassendale and the Oostsluis, which then also received the navigation to Dunkirk.

In the second half of the 19th century, the network of canals was modernised. The Ganzepoot received its current appearance. The Plassendalevaart, the Veurnevaart, and the Lovaart were dyked in and their water levels raised to accommodate larger ships. 0ntwatering was largely separated from shipping. The polder south-east of Nieuwpoort, Veurne-Ambacht, came to lie in a bowl, as it were. On the channels and canals of that polder, smaller ships, flat-bottomed boats, still sailed for agriculture and industry and to reach the surrounding trade centres. To give these ships access to the canals with an elevated water level, three polder locks were built. The Sasje van Dierendonck, at the location of the old Oostsluis lock, is one of these polder gates. It dates from 1895.

After the First World War, the lake took on its present appearance and then fell into oblivion.

Description
The Sasje van Dierendonck lock chamber is 3.32 metres wide and 22.2 metres long. These dimensions were determined on the basis of the dimensions of the flat-bottomed boats that sailed on the polder canals.

On the side of the Veurnevaart, the flume is closed by a flood door, the lower door, consisting of two wings that close at a point in the direction of the Veurnevaart. This is because the water level of the Veurnevaart is higher than the water level that is maintained in the polder. Behind the bottom door, there is an ebb door. It is a double-leaf door, a bilge door with planks at the bottom and an open door at the top. The double-leaf door consists of two wings that close at a point in the direction of the polder.

On the side of the polder, the kolk is closed by a flood door, the upper door, consisting of two wings that close on a point in the direction of the Veurnevaart.

In a niche in the wall of the lock chamber, a vertical rod is incorporated to stabilise a boat during the lock and rise or fall of the water level.

For all doors, wall sockets have been provided in the walls of the lock chamber in which the opened doors can be anchored if required.

On the upper and lower sides of the lock, recesses for bulkhead beams have been cut into the walls.

There are four capstan positions on the shore with which the door wings can be opened or closed by means of a rack.

The four wings of the upper and lower doors have finials to raise or lower the water level in the lock chamber to the appropriate height. On top of each door wing is a manually operated gearbox to open or close the rinket. The narrow doors over which the sassenier has to walk to the gear box are equipped with a handrail.

At the lower doors, there is a small footbridge over the lock.

During the First World War
The Sasje van Dierendock played no part in the inundation of October 1914 because it was unknown to the planners and their appointed advisors, the lock master and the engineers of "Bruggen en wegen" (Bridges and roads), were absent. It could have been done, however.

The flood gates of the Veurnesas could have been opened and anchored in the wall boxes. At the same time, the low tide doors could have been removed from the equipment used to open and close them. At high tide, the seawater would have flowed into the lock past the anchored floodgates, pushed open the freely movable ebb gates and flowed into the Veurnevaart. At low tide, it would not have been able to flow back to sea, because the returning water would have closed the flood gates. If the tide gates of the Sasje van Dierendock had been anchored in the wall casings and the ebb gates (stabbing doors) unscrewed, the seawater would have flowed through the sasje into the polder and stopped there. The excess seawater, coming from the wider Veurnesas, which could not pass directly through the narrow Dierendocksasje, would have filled the Veurnevaart further down and at low tide that water would have flowed back through the sluice into the polder. This manoeuvre could have taken place continuously without further human intervention.

Source (visit link)
Wikipedia Url: [Web Link]

Visit Instructions:
To post a visit log to this waymark you need to visit and write about the actual physical location. Any pictures you take at the location would be great, as well.
Search for...
Geocaching.com Google Map
Google Maps
MapQuest
Bing Maps
Nearest Waymarks
Nearest Wikipedia Entries
Nearest Geocaches
Create a scavenger hunt using this waymark as the center point
Recent Visits/Logs:
Date Logged Log User Rating  
Andre 61 visited Sasje van Dierendonck - Nieuwpoort - Belgium 06/23/2022 Andre 61 visited it