Dorpspomp Blijmarkt (Zwolle, NL)
Posted by: Groundspeak Premium Member Theodd1
N 52° 30.615 E 006° 05.515
32U E 302658 N 5821767
[NL] Stadspomp uit het midden van de 18de eeuw van Belgisch arduinsteen met het a-symmetrische beeldhouwwerk dat hoort bij de rococostijl. [EN] Town pump from the 18th century in Belgian bluestone with the asymmetrical sculpture of the Rococo style.
Waymark Code: WM15F8E
Location: Overijssel, Netherlands
Date Posted: 12/26/2021
Published By:Groundspeak Premium Member lumbricus
Views: 3

[NL]

Zwolle heeft een lange historie op het gebied van drinkwaterbeheer en stadspompen. Het artikel hieronder uit de serie 'On(t)roerend monumentaal' van de Zwolse Historische Vereniging geeft een interessant beeld:

"De Zwolse stadspompen horen tot de pronkstukken van het straatmeubilair van onze binnenstad. Het zijn monumentale decorstukken in het straatbeeld zonder enige functie. Ooit waren de pompen van levensbelang voor de Zwolse samenleving. Aanvankelijk gebruikten de bewoners van de meeste streken in ons land oppervlaktewater voor alle doeleinden. Rivieren, beken en meren leverden lange tijd water van voldoende kwaliteit. In gebieden waar geen waterlopen aanwezig waren, gebruikte men regenwater of groef men een put. Ook de stadsgrachten werden nog lang gebruikt voor de drinkwatervoorziening. Er stonden al spoedig strenge straffen op het deponeren van vuil in deze grachten.
Naarmate de steden groter werden en de activiteiten van de bevolking meer verontreiniging veroorzaakten, ontstond de noodzaak om voor drinkwater naar ander oplossingen uit te zien.

In de meeste gevallen werd doormiddel van gegraven putten in de drinkwaterbehoefte voorzien. Daartoe was het nodig dat zich op niet te grote diepte een watervoerende zandlaag bevond. Misschien wel de oudste waterpunt die in Nederland, werd in 1983 te Kolhorn in Noord-Holland opgegraven. Deze put dateert uit het laatneolithicum, ca 2000 jaar voor het begin van onze jaartelling. Het is een onbeschoeide put. Men onderscheid verschillende typen waterputten zoals de plaggen, de boomstamput, de rechthoekige plankenput en de ton – of duigenput.

In Zwolle werd bij opgraving van de Stins in Westenholte een tonput uit de 11de eeuw (1066) gevonden. Bij archeologisch onderzoek bij de nieuwbouw van het ‘nieuwe’ stadhuis van architect Konijnenburg in de jaren 70 van de vorige eeuw werd een boomstamput uit de 14de eeuw aangetroffen. Van latere datum, in ieder geval van na 1200, dateren ten slotte de natuurstenen put en de gemetselde bakstenen put. In steden beschikte men meestal per wijk over een gemeenschappelijke drinkwaterput. Alleen de huizen van de welgestelden hadden een eigen put op het achtererf. Toch was in veel steden in de middeleeuwen het drinkwater onveilig. Men dronk daarom liever bier en wijn. De Zwolse archeologen komen bij hun werk nog geregeld waterputten tegen. Bij de herinrichting van de Nieuwe Markt, in 2011, kwam er nog een fraaie complete waterput te voorschijn.
Naast waterputten en regentonnen en andere bovengrondse vergaarbakken hadden de Zwollenaren soms behoefte aan grote opslagruimten voor water voor huishoudelijk en industrieel gebruik of voor consumptie door mensen en vee. Dergelijke waterkelders zijn o.a. in Kampen aangetroffen.

Van het bestaan van pompen in de stad Zwolle is voor het eerst sprake in de stadsrekening van januari 1639. Het betreft in dit geval betalingen aan pompenmakers.
Uit de rekeningen valt op te maken dat het om houten pompen gaat. Dat er naast houten pompen ook loden pompen werden gemaakt blijkt uit een voorschrift van schepenen en raden. Zij verboden pompenmakers die houten pompen maakten loden pompen te maken. Omgekeerd mochten pompenmakers die loden pompen maakten geen houten pompen maken. Voor het uitvoeren van onderhoud en het innen van pompgeld werden pompmeesters aangesteld. Een pomp leverde water aan voor tussen de 25 en 100 woningen. De pompmeesters waren verenigd in het St. Maartengilde, net als leidekkers, metselaars, steenhouwers en molenaars.

In de tweede helft van de 17e eeuw worden steeds meer putten vervangen door pompen. Vaak werden pompen geplaatst op bestaande putten. Vermoedelijk werd er niets anders gedaan dan de putten onder straat niveau af te dekken en dan een pomp te plaatsen. In de resoluties van schepenen en raden van april 1650 vinden we een verzoek van de bewoners van de Koestraat om op de put van burgemeester Quissen een pomp met twee zuigers te mogen plaatsen. Het voorstel wordt goedgekeurd op voorwaarde dat de gebruikers van de put de kosten zouden dragen. Rond 1750 ging men over van houten naar natuurstenen pompen. Ondanks de sterke toename van het aantal stadspompen bleven sommige putten nog lang in gebruik. Zoals bij de Diezerpoort, de Spoelstraat, de Walstraat en de Goudsteeg. In 1741 werd de put in de Goudsteeg nabij de fraterhuizen vervangen door een pomp. De kosten bedroegen 360 gulden. Tot 1755 bevond zich op de Blijmarkt nog een houten put. Onbekend is wanneer deze is geplaatst.

In de 17de maar vooral de 18de eeuw groeide de zorg voor de betrouwbaarheid van het drinkwater. Men begon te beseffen dat er een relatie bestond tussen bepaalde ziekten en waterverontreiniging door menselijke en dierlijke uitwerpselen en huishoudelijke of industriële afvalstoffen. Deze zorg leidde er toe dat veel open putten werden voorzien van pompen en dat men meer en meer overging op de rechtstreekse winning van grondwater. In 1818 stelde koning Willem I bij Koninklijk Besluit provinciale en plaatselijke commissies in, die toezicht moesten houden op de zuiverheid van het drinkwater. Vanaf het midden van de 19e eeuw konden, door de ontwikkeling van de technologie, drinkwaterbedrijven ontstaan met centrale waterwinning, kwaliteitscontrole, transport en distributienet. Aanvankelijk leverden waterwinbedrijven ongezuiverd water aan de klanten. In Overijssel waren het de grotere gemeenten met meer dan 10.000 inwoners die eind 19de eeuw tot oprichting van een eigen waterleidingbedrijf overgaan. Volgens een drinkwater rapport uit 1877 telde Zwolle op dat moment 31 openbare drinkwaterpompen en 37 semi openbare pompen.

Als in 1892 de waterleiding zijn intrede doet in Zwolle, verdwijnen in kort tijdsbestek de zo vertrouwde stadspompen.
Als in 1909 de meeste pompen zijn verdwenen of buiten werking zijn gesteld worden de laatste pompen, voordat ze door de jeugd worden geruïneerd, geschonken aan het museum. Het gaat om de uit 1753 gedateerde pomp uit de Vechtstraat, de pomp uit de Hoogstraat en de resten van een pomp aan de Vispoortenplas. De pompen in de Luttekestraat, Blijmarkt en Kamperstraat blijven dan nog even staan. De pomp in de Luttekestraat sneuvelt in de oorlogsjaren door een Duitse tank.

In het huidige Zwolle staan de natuurstenen pompen op de volgende plaatsen:
– Grote Markt, arduinsteen derde kwart 18e eeuw afkomstig uit de Hoogstraat 1753 gedateerd
– Blijmarkt, arduinsteen, midden 18e eeuw, verplaatst op de Blijmarkt tegen de Lutherse kerk
– Sassenstraat, pomp uit de Kamperstraat. De vreemde plaatsing van de zwengels is te danken aan de bewoner van het huis aan de Kamperstraat waarvoor deze pomp geplaatst was. In 1770 vraagt deze toestemming een ijzeren hek om zijn stoep te zetten, vanwege het vele vuilnis dat dagelijks bij de pomp wordt gestort. De pompslagers of zwengels worden op zijn kosten aan de voorkant van de pomp aangebracht.
– Tuin stedelijk museum, arduinstenen pomp uit het derde kwart van de 18de afkomstig van de Vechtstraat.

Buiten Zwolle staat in Arnhem verscholen in het groen van het openlucht museum nog een Zwolse natuurstenen pomp die waarschijnlijk afkomstig is van Vispoortenplas."

Bron: Zwolse Historische Vereniging (visit link)

[EN]

Zwolle has a long history in the field of drinking water management and city pumps. The article below from the series 'On(t)roerend monumental' of the Zwolse Historische Vereniging gives an interesting picture:

"The Zwolle city pumps are among the showpieces of the street furniture in our city centre. They are monumental scenery pieces in the streetscape without any function. The pumps were once of vital importance to Zwolle society. Initially, the inhabitants of most regions in our country used surface water for for a long time. Rivers, streams and lakes supplied water of sufficient quality for a long time. In areas where there were no watercourses, rainwater was used or a well was dug. The city canals were also used for a long time to supply drinking water. Severe penalties were soon imposed on depositing rubbish in these canals.
As the cities grew and the activities of the population caused more pollution, the need arose to look for other solutions for drinking water.

In most cases the drinking water requirement was met by means of dug wells. To this end, it was necessary that an aquifer sand layer was not too great depth. Perhaps the oldest water point in the Netherlands was excavated in 1983 at Kolhorn in North Holland. This well dates from the late Neolithic, about 2000 years before the beginning of our era. It is a bare pit. Different types of water wells are distinguished, such as the sod, the tree trunk well, the rectangular plank well and the barrel or stave well.

In Zwolle, an 11th century (1066) barrel pit was found during the excavation of the Stins in Westenholte. During archaeological research at the new building of the 'new' town hall by architect Konijnenburg in the 1970s, a tree trunk pit from the 14th century was found. Finally, the natural stone well and the masonry brick well date from a later date, in any case after 1200. In cities, there was usually a communal drinking water well per district. Only the houses of the wealthy had their own well in the backyard. Nevertheless, drinking water was unsafe in many cities in the Middle Ages. People therefore preferred to drink beer and wine. The Zwolle archaeologists still regularly come across water wells in their work. When the Nieuwe Markt was redesigned in 2011, a beautiful complete water well appeared.
In addition to wells and rain barrels and other above-ground receptacles, the people of Zwolle sometimes needed large storage areas for water for domestic and industrial use or for consumption by people and livestock. Such water cellars have been found in Kampen, among others.

The existence of pumps in the city of Zwolle is mentioned for the first time in the city bill of January 1639. In this case, it concerns payments to pump makers.
The accounts indicate that these are wooden pumps. That lead pumps were also made in addition to wooden pumps is apparent from a regulation of aldermen and councils. They banned pump makers who made wooden pumps from making lead pumps. Conversely, pump makers who made lead pumps were not allowed to make wooden pumps. Pump masters were appointed to carry out maintenance and collect pump money. A pump supplied water for between 25 and 100 homes. The pump masters were united in the St. Maarten guild, as were slaters, masons, stonemasons and millers.

In the second half of the 17th century, more and more wells were replaced by pumps. Pumps were often placed on existing wells. Presumably nothing was done other than to cover the wells below street level and then install a pump. In the resolutions of aldermen and councils of April 1650 we find a request from the residents of the Koestraat to be allowed to place a pump with two pistons on the well of Mayor Quissen. The proposal is approved on condition that the users of the well bear the costs. Around 1750, people switched from wooden to natural stone pumps. Despite the strong increase in the number of city pumps, some wells remained in use for a long time. Such as at the Diezerpoort, the Spoelstraat, the Walstraat and the Goudsteeg. In 1741 the well in the Goudsteeg near the brother houses was replaced by a pump. The cost was 360 guilders. Until 1755 there was still a wooden well on the Blijmarkt. It is unknown when it was posted.

In the 17th and especially the 18th century there was a growing concern for the reliability of drinking water. People began to realize that there was a relationship between certain diseases and water pollution from human and animal waste and household or industrial waste. This concern led to many open wells being equipped with pumps and to the direct extraction of groundwater more and more. In 1818, King William I established provincial and local committees by Royal Decree to supervise the purity of the drinking water. From the middle of the 19th century, due to the development of technology, drinking water companies could arise with central water extraction, quality control, transport and distribution network. Initially, water companies supplied raw water to customers. In Overijssel, it was the larger municipalities with more than 10,000 inhabitants that started their own water supply company at the end of the 19th century. According to a drinking water report from 1877, Zwolle had 31 public drinking water pumps and 37 semi-public pumps at that time.

When the water supply was introduced in Zwolle in 1892, the familiar city pumps disappeared in a short space of time.
When in 1909 most of the pumps have disappeared or have been put out of action, the last pumps are donated to the museum before they are ruined by the youth. It concerns the pump from the Vechtstraat, dating from 1753, the pump from the Hoogstraat and the remains of a pump at the Vispoortenplas. The pumps in Luttekestraat, Blijmarkt and Kamperstraat will remain standing for a while. The pump in the Luttekestraat was destroyed during the war by a German tank.

In present-day Zwolle, the natural stone pumps are located at the following locations:
– Grote Markt, bluestone third quarter 18th century from the Hoogstraat dated 1753
– Blijmarkt, bluestone, mid 18th century, moved on the Blijmarkt against the Lutheran church
– Sassenstraat, pump from Kamperstraat. The strange placement of the cranks is due to the resident of the house on Kamperstraat for which this pump was placed. In 1770, this permission asks for an iron gate to put up his sidewalk, because of the large amount of garbage that is dumped at the pump every day. The pump bearings or cranks are fitted to the front of the pump at his expense.
– Garden of the municipal museum, bluestone pump from the third quarter of the 18th, from the Vechtstraat.

Outside Zwolle, hidden in the greenery of the open-air museum in Arnhem, there is another Zwolle natural stone pump that probably comes from Vispoortenplas."

Source (in Dutch): Zwolse Historische Vereniging (Historical Association of Zwolle) (visit link)
Is it Working: no

Nearest Address:
Blijmarkt, hoek Koestraat
Zwolle, Overijssel Netherlands


Good place to park: N 52° 30.735 E 006° 05.292

How to find.:
From the parking garage, follow the signs 'Centrum' and 'Museum De Fundatie'.


Visiting Restrictions:
24/7, on public grounds


Does this pump have a presence on the internet?: Not listed

Visit Instructions:
A quality photograph of the old hand operated pump showing another feature with or without someone or GPSr in view. Describe your route to the pump, perhaps.
Search for...
Geocaching.com Google Map
Google Maps
MapQuest
Bing Maps
Nearest Waymarks
Nearest Hand Operated Water Pumps
Nearest Geocaches
Create a scavenger hunt using this waymark as the center point
Recent Visits/Logs:
Date Logged Log  
Axel-F visited Dorpspomp Blijmarkt (Zwolle, NL) 05/28/2023 Axel-F visited it
Becktracker visited Dorpspomp Blijmarkt (Zwolle, NL) 07/05/2022 Becktracker visited it

View all visits/logs