L’abbaye d’Heylissem, Hélécine, Brabant Wallon, Wallonie - Belgium Monument Registers on Waymarking.com

Fondée par le monastère de Floreffe à la suite d’une donation des seigneurs de Zétrud en 1129, approuvée par le pape Innocent II en 1135, Heylissem est une abbaye qui accueillait à l’origine des moniales. Dès 1142, celles-ci se retirent au Stocquoy sous Jodoigne et l’endroit accueille alors des Prémontrés. Vers 1300, le site est ceinturé d’un mur de défense car l’abbaye servait d’avant-poste au duché de Brabant. Une restauration générale est entreprise durant la première moitié du XVIe siècle, après un incendie survenu en 1507. En 1568, lors des guerres de religion, de nouveaux pillages et des destructions ont lieu. L’église puis les lieux conventuels sont remis en état en 1645-1655. Le monastère est enfin entièrement rebâti entre 1760 et 1780 par Laurent-Benoît Dewez. L’abbaye est supprimée en 1796, vendue comme bien national l’année suivante et transformée en filature. En 1800, une partie des bâtiments est détruite et seuls subsistent la prélature, une partie de l’église et du quartier du proviseur. En 1821, le site est racheté par un industriel de Tirlemont.  En 1870, l’architecte Alphonse Balat est chargé de la restauration de l’ensemble et du réaménagement du parc. En 1962, la province du Brabant acquiert le site et entame une nouvelle restauration générale. Aujourd’hui devenue domaine provincial d’Hélécine, l’abbaye est entièrement classée, tout comme son enceinte. Elle est entourée d’un parc de 28 ha ouvert au public comprenant notamment une réserve naturelle de 4 ha, trois étangs, une glacière naturelle et un arboretum.

Heylissem, gesticht door het klooster van Floreffe na een schenking van de heren van Zétrud in 1129, goedgekeurd door paus Innocentius II in 1135, is een abdij die oorspronkelijk nonnen ontving. In 1142 trokken de nonnen zich onder Jodoigne terug in Stocquoy en werd de plaats de thuishaven van de norbertijnen. Rond 1300 werd de site omringd door een verdedigingsmuur omdat de abdij diende als voorpost voor het hertogdom Brabant. Na een brand in 1507 werd in de eerste helft van de 16e eeuw een algehele restauratie ondernomen. In 1568, tijdens de godsdienstoorlogen, vonden verdere plunderingen en vernielingen plaats. De kerk en de kloostergebouwen werden in 1645-1655 gerestaureerd. Het klooster werd uiteindelijk tussen 1760 en 1780 volledig herbouwd door Laurent-Benoît Dewez. De abdij werd in 1796 opgeheven, het jaar daarop als nationaal bezit verkocht en omgebouwd tot spinnerij. In 1800 werd een deel van de gebouwen verwoest en bleven alleen het prelaat, een deel van de kerk en de vertrekken van de rector over. In 1821 werd het terrein gekocht door een industrieel uit Tienen.  In 1870 kreeg de architect Alphonse Balat de opdracht het gehele terrein te restaureren en het park opnieuw in te richten. In 1962 kocht de provincie Brabant de site en begon met een nieuwe algemene restauratie. Vandaag is de abdij het provinciaal domein van Hélécine en is ze volledig geklasseerd, net als de ommuring. Het is omgeven door een park van 28 hectare dat open is voor het publiek, met inbegrip van een natuurreservaat van 4 hectare, drie vijvers, een natuurlijke ijshal en een arboretum

Founded by the monastery of Floreffe following a donation from the lords of Zétrud in 1129, approved by Pope Innocent II in 1135, Heylissem is an abbey that originally welcomed nuns. In 1142, the nuns withdrew to the Stocquoy under Jodoigne and the Premonstratensians settled there. Around 1300, the site was surrounded by a defensive wall because the abbey served as an outpost for the Duchy of Brabant. A general restoration was undertaken during the first half of the 16th century, after a fire in 1507. In 1568, during the Wars of Religion, further looting and destruction took place. The church and then the conventual premises were restored in 1645-1655. The monastery was finally completely rebuilt between 1760 and 1780 by Laurent-Benoît Dewez. The abbey was abolished in 1796, sold as national property the following year and transformed into a spinning mill. In 1800, part of the buildings were destroyed and only the prelature, part of the church and the headmaster's quarters remained. In 1821, the site was bought by an industrialist from Tienen.  In 1870, the architect Alphonse Balat was commissioned to restore the complex and redesign the park. In 1962, the province of Brabant acquired the site and began a new general restoration. Today, the abbey has become the provincial domain of Hélécine and is fully listed, as is its enclosure. It is surrounded by a 28-hectare park open to the public, including a 4-hectare nature reserve, three ponds, a natural ice house and an arboretum.