"Built from 1230 to 1370, then rebuilt identically between 1922 and 1930 after being completely destroyed during the First World War, it was the episcopal seat of a bishopric from 1559 to 1801
After the closure of St. Nicholas Church, and under the name of St. Martin and St. Nicholas Church, the cathedral became the main place of worship of the Catholic community of Ypres.
During the first half of the thirteenth century, Ypres was not the seat of a bishopric, the churches of the city depended on the diocese of Thérouanne, but at that time Ypres had become for a time the largest clothed city of Flanders and the one of the most populated cities in northwestern Europe.
The most important church in the city center was rebuilt according to the new Gothic architecture, under the influence of French cathedrals. It was at the same time that right next to the church was built a single jet the huge Cloth Hall with its belfry, which surpasses the church in extent and splendor.
The two monuments form a very beautiful monumental gothic set seen from the Grand-Place. The choir of the church was begun around 1230, in a still primitive Gothic style, influenced by the Scaldian Gothic that was developing at that time in the diocese of Tournai, but especially probably by the missing cathedrals of Thérouanne, Arras and Cambrai which were of primitive style.
The rest of the church was built during the 13th century and continued during the following century. We can see the evolutions of the style at the level of the details (gothic radiating in the transept, then flamboyant in the nave), but the homogeneity of the whole and the coherence of the ship was always preserved during the campaigns of construction.
The big narthex tower is the latest part, it was built in the Flemish variant of Brabant Gothic style. The work ends in 1370. The church is built with a variety of regional materials: coarse hard sandstone for part of the outer walls, blue stone of Tournai for all noble parts (columns, ribs), white stone, yellow brick ; their combination gives the building a natural polychromy.
During the First World War, the city was in the heart of the Ypres Salient, the church was completely destroyed, like the whole city. It was completely rebuilt identically between 1922 and 1930.
The architecture of the new church is therefore purely gothic and scrupulously respects that of the original building, to the details and with the stylistic differences of each part, and the diversity of the original materials.
The differences with the original are few if not a few rectifications. However, the spire of the tower, which had remained unfinished since the Middle Ages, was built entirely in a more complete way, so the new version of the church is higher than the old one, at 102 m. "
Sources : The Cathedral
"Édifiée de 1230 à 1370, puis reconstruite à l'identique entre 1922 et 1930 après avoir été entièrement détruite durant la Première Guerre mondiale, elle fut le siège épiscopal résidentiel d'un évêché de 1559 à 1801.
Après la fermeture de l'église Saint-Nicolas, et sous le nom d'église Saint-Martin-et-Saint-Nicolas, la cathédrale est devenue le principal lieu de culte de la communauté catholique d'Ypres.
Durant la première moitié du XIIIe siècle, Ypres n'était pas le siège d'un évêché, les églises de la ville dépendaient du diocèse de Thérouanne, mais à cette époque Ypres était devenue pour un temps la plus grande cité drapière de Flandre et l'une des villes les plus peuplées d'Europe du nord-ouest.
On entreprit alors de reconstruire la plus importante église du centre-ville selon la nouvelle architecture gothique, sous l'influence des cathédrales françaises. C'est à la même époque que juste à côté de l'église fut construite d'un seul jet l'immense Halle aux draps avec son beffroi, qui surpasse l'église en étendue et en splendeur.
Les deux monuments forment un très bel ensemble monumental gothique vu de la Grand-Place. Le chœur de l'église fut commencé vers 1230, dans un style encore gothique primitif, influencé par le gothique scaldien qui se développait à cette époque dans le diocèse de Tournai, mais surtout probablement par les cathédrales disparues de Thérouanne, Arras et Cambrai qui étaient de style primitif.
Le reste de l'église a été construite au cours du XIIIe siècle et s'est poursuivi durant le siècle suivant. On perçoit les évolutions du style au niveau des détails (gothique rayonnant dans le transept, puis flamboyant dans la nef), mais l'homogénéité de l'ensemble et la cohérence du vaisseau fut toujours préservée au fil des campagnes de construction.
La grosse tour en narthex est la partie la plus tardive, elle a été construite dans la variante flamande du style gothique brabançon. Les travaux s'arrêtent en 1370. L'église est construite avec une variété de matériaux régionaux: grès dur grossier pour une partie des murs extérieurs, pierre bleue de Tournai pour toutes les parties nobles (colonnes, ogives), pierre blanche, brique jaune ; leur combinaison confère une polychromie naturelle à l'édifice.
Durant la Première Guerre mondiale, la ville fut au cœur du Saillant d'Ypres, l'église a été complètement détruite, comme toute la ville. Elle a été entièrement reconstruite à l'identique entre 1922 et 1930.
L'architecture de la nouvelle église est donc purement gothique et respecte scrupuleusement celle du bâtiment d'origine, jusqu'aux détails et avec les différences stylistiques de chaque partie, et la diversité des matériaux d'origine.
Les différences avec l'original sont peu nombreuses si ce n'est quelques rares rectifications. Cependant la flèche de la tour, qui était restée inachevée depuis le Moyen Âge, fut construite entièrement de façon plus achevée, la nouvelle version de l'église culmine donc plus haut que l'ancienne, à 102 m."
Sources : La Cathédrale
"Built 1230-1370, toen precies herbouwd tussen 1922 en 1930 na te zijn volledig verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog, het was de residentiële bisschoppelijke zetel van een bisschop 1559-1801.
Na de sluiting van de Sint-Niklaaskerk en onder de naam St. Martin en de St. Nicolaaskerk werd de kathedraal de belangrijkste plaats van aanbidding van de katholieke gemeenschap van Ieper.
Tijdens de eerste helft van de dertiende eeuw, Ieper was niet de zetel van een bisschop, de kerken van de stad afhankelijk van het bisdom Terwaan, maar op dat moment Ieper werd een tijdlang de grootste stad van Vlaanderen en clothier een van de meest bevolkte steden in Noordwest-Europa.
De belangrijkste kerk in het stadscentrum werd herbouwd volgens de nieuwe gotische architectuur, onder invloed van Franse kathedralen. Het was op hetzelfde moment dat vlak naast de kerk een enkele straal de enorme Lakenhal met zijn belfort werd gebouwd, die de kerk in omvang en pracht overtreft.
De twee monumenten vormen een zeer mooie monumentale gotische reeks gezien vanaf de Grote Markt. Het koor van de kerk werd begonnen rond 1230, maar toch in een primitieve gotische stijl, beïnvloed door de Scheldegotiek dat het ontwikkelen was op dat moment in het bisdom van Doornik, maar waarschijnlijk ontbreekt kathedralen Therouanne, Arras en Cambrai die waren van primitieve stijl.
De rest van de kerk werd gebouwd in de 13e eeuw en werd gedurende de volgende eeuw voortgezet. We zien de verandering van stijl in de details (High Gothic in de zijbeuken en flamboyante in het schip), maar de homogeniteit van het geheel en de samenhang van het schip is nog steeds bewaard over de bouw campagnes.
De grote narthex-toren is het nieuwste deel, het werd gebouwd in de Vlaamse variant van de Brabantse gotiek. Het werk gestopt in 1370. De kerk is gebouwd met een verscheidenheid aan regionale materialen: grove harde zandsteen voor een aantal van de buitenmuren, blauwe steen van Doornik voor alle kwartalen (zuilen, bogen), witte steen, yellow brick ; hun combinatie geeft het gebouw een natuurlijke polychromie.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond de stad zich in het hart van de Ieperboog, de kerk was volledig verwoest, net als de hele stad. Het werd volledig opnieuw opgebouwd tussen 1922 en 1930.
De architectuur van de nieuwe kerk is puur gotische en nauwgezet respecteert die van het oorspronkelijke gebouw aan de details en stilistische verschillen van elke partij, en de diversiteit van de originele materialen.
De verschillen met het origineel zijn klein, zo niet enkele rectificaties. Nochtans, werd de spits van de toren, die onvoltooide sinds de Middeleeuwen bleef, volledig gebouwd in een meer volledige, de nieuwe versie van de kerk stijgt dus hoger dan de oude, 102 m. "
Sources : De kathedraal