Ontstaan
In de achttiende eeuw verrees aan de Herenweg, op de plaats van een voorganger, een herenhuis dat vanaf 1754, vermeld werd als de buitenplaats 'Overpost' .
Geschiedenis
In november 1670 werd een schuur, erf en boomgaardje getaxeerd voor fl. 275. Dit moet de voorganger van 'Overpost' zijn geweest.
Op 2 januari 1690 werd het huidige 'Overpost' voor fl. 398 eigendom van Arend Maas, een meester-stadsschilder uit Amsterdam.
Op 18 december 1721 kocht Dominicus Post 'een erf, waarop een huis en schuur stond' aan, de prijs bedroeg fl. 450. Hij liet zijn zojuist verworven huis afbreken om er een royaler pand voor in de plaats te laten bouwen. Dominicus Post heeft het huis niet lang in zijn bezit gehad.
Sijmon Plaat woonde er van 1734 tot 1754. In deze tijd werd er een stenen koepel bijgebouwd en het erf bepoot en beplant. Maar als buitenplaats stond het geheel nog niet bekend. Op 18 juli 1754 kocht Matthijs Herffst het goed. Voor het eerst in de historie van dit pand komen we de omschrijving 'de buitenplaats 'Overpost' tegen. Deze bestond uit twee huizen en erf met een stenen koepel. Vermoedelijk in 1755 zijn deze panden samengevoegd tot één huis.
Het oorspronkelijke koetshuis van de buitenplaats diende later nog als woonhuis, als kantoorruimte, berging en elektrisch verdeelstation.
In november 1908 werd er in 'Overpost' een christelijke naaischool gevestigd, terwijl er in het koetshuis een vishandel werd gevestigd. In 1912 werd het bedrijf uitgebreid in de tuin aan de Rijn. Daar werd een kantoorgebouwtje neergezet ten behoeve van de handel.
In 1913 werd het koetshuis verbouwd tot ijsfabriek, waarvan de productie gedeeltelijk voor de visserij en gedeeltelijk voor anderen was bestemd.
In 1916 werd de buitenplaats geveild. 'Overpost', de daartegenover gelegen autogarage met twee bovenwoningen en 25 percelen bouwterrein kwamen voor fl. 50.911,49 in het bezit van de gemeente Alphen, die in het herenhuis haar secretarie wilde vestigen. Het koetshuis en een gedeelte van de tuin waren niet bij de koop inbegrepen.
In de akte werd bovendien vermeld dat ook bepaalde delen van het interieur buiten de koop vielen:
- de eikenhouten lambrisering in de biljartkamer, behalve de schouw;
- de fontein in de gang;
- de houten schoorsteenbetimmering in de voorkamer;
- de lambrisering en het behang in het boudoir, behalve de schouwen de portiek.
Hiermee wordt de luxe inrichting van het pand aangegeven. De verwijdering van deze onderdelen noodzaakte de gemeente fl. 1.200 te investeren in de inrichting en het schoonmaken van het pand, het stukadoren van de plafonds, het behangen van de wanden en het aanleggen van elektrische verlichting.
Na de bouw van een nieuw raadhuis verhuisden in 1939 alle gemeentelijke diensten naar deze locatie. 'Overpost' kwam leeg te staan
In 1944 kwamen 'Overpost' en het oorspronkelijke koetshuis in het bezit van de firma Samsom. Het koetshuis kreeg toen de naam 'Parkzicht'. Tussen 1949 en 1951 werd 'Overpost' verbouwd in opdracht van de firma N. Samsom NV. De bedoeling was het pand geschikt te maken als toonzalengebouw. De monumentale voorgevel was voorzien van een stuclaag. Mede door de deplorabele toestand waarin deze gevel verkeerde werd deze tot onder het straatniveau afgebroken. Ter vervanging richtte men een zogenaamde spouwmuur op met een buitenkant van schoon metselwerk, waarbij machinale handvormsteen in Rijn-formaat gebruikt werd. De vrijgekomen raamkozijnen met hardstenen onderdorpels werden tijdelijk opgeslagen en geschikt gemaakt voor herplaatsing. De omvangrijke deurpartij werd ook opgeslagen en ontdaan van een niet te schatten aantal verflagen. Onder de later aangebrachte plaat op de bovendorpel bleek een vrijwel originele tekst 'Overpost' te staan. Waarschijnlijk werd deze naam afgedekt toen de gemeente in 1916 eigenaar van het pand werd. De tekst werd overgenomen en op een nieuwe houten plaat overgebracht, die nog steeds boven de deur prijkt. Ook de fraaie gootfries werd geconserveerd, voor een klein deel vernieuwd en herplaatst. Als nieuwe toegangsdeur, die weer in het midden van de gevel werd geplaatst, werd een hardhouten deur aangebracht, met daarop een metalen rekje van diagonaalstaven met op de kruisingen gesmede roosjes en sterren. Het koetshuis bleef buiten de verbouwing van 1949-'51.
'Parkzicht' en het eigenlijke 'Overpost' werden in 1978 op de voorlopige monumentenlijst van de gemeente geplaatst. Begin 1979 verkocht Samsom 'Parkzicht' aan een makelaar die er zijn kantoor in vestigde. Vervolgens werd een sloopvergunning aangevraagd, die geweigerd werd. Tot vrijwel ieders verrassing werd 'Parkzicht' op 2 maart 1987 met de grond gelijkgemaakt. Pas in 1989 viel het besluit 'Parkzicht' van de voorlopige monumentenlijst af te voeren.
Overpost' werd in 1987 geheel gerestaureerd en gerenoveerd, waarbij het niet in de oude luister en staat is hersteld. De totale diepte van het pand, exclusief de serre, werd teruggebracht van 15,90 naar 11,84 meter, waarbij een geheel nieuwe bijpassende achtergevel werd opgericht en er weer een dakverdieping werd opgebouwd.
(bron: (
visit link)