Het bouwjaar van de molen is niet geheel duidelijk: vaak wordt 1843 genoemd, hetgeen ook in de kap vermeld staat, maar zeer waarschijnlijk is de molen al in 1839 gebouwd.
Jan Pieters was hier de eerste molenaar; zijn vader Pieter Pieters had in het gehucht Hemmen een cichoreimolen gehad die, nadat de vraag naar cichorei was afgenomen, in 1831 was omgebouwd tot korenmolen. Omdat de zaken nog altijd niet goed liepen besloot Jan het bedrijf naar Haren te verplaatsen. In 1840 heeft hij daar de nieuwe stenen molen in gebruik genomen.
In 1845 mocht Pieters van Gedeputeerde Staten een oliewerk in de molen aanbrengen, zodat deze nu koren- en oliemolen werd. In 1859 kwam er voor de olieslagerij een stoommachine van 10 pk en in 1871 een tweede van 18 pk. Rond 1860 nam Arend Pieters het werk van zijn vader over. Hij bleef tot in de twintigste eeuw aan de molen verbonden. In 1903 werden olieslagerij en korenmolen uitgebreid.
Piet Ekkelkamp werd in 1917 eigenaar en bleef dat tot zijn overlijden in 1956. Daarna kwam het perceel in handen van de erven, later firma P. Ekkelkamp. De windkracht werd ondertussen alleen nog gebruikt voor de korenmolen.
Een hardnekkig verhaal wil, dat de (afgebikte) bakstenen waarmee de romp is opgebouwd, afkomstig zijn afkomstig van de kort tevoren afgebrande middeleeuwse borg Nienoord te Leek (waarvan de opvolger nog bestaat). In dat geval moeten de stenen dus eeuwen ouder zijn dan de molen zelf!
Maar is deze opvatting van de Groninger molenkenner B. van der Veen Czn. wel waar? Er zijn redenen om te denken van niet: de molen moet gebouwd zijn in 1839, maar volgens sommige bronnen was in 1848 de grote brand op Nienoord, andere noemen 1850. Dus duidelijk ná de bouw van de molen! Bovendien was Nienoord door de brand niet zo zwaar beschadigd, dat er sprake was van totale verwoesting.
Mogelijk is De Hoop gebouwd van stenen, afkomstig van een ander gebouw dan Nienoord.
Bijzonder opmerkelijk is de bouwconstructie van de romp: aan het hele systeem is te zien dat er een houten achtkant als voorbeeld is genomen: over de volle hoogte zijn er acht zware gemetselde pijlers en ook de balklagen zijn geplaatst als ging het om een houten achtkant; van de tussenliggende 'velden' zijn de muren aanmerkelijk dunner. Verder is de houten kruivloer voorzien van een blokkeelconstructie op korte achtkantstijlen aan de binnenkant van de ronde stenen romp, compleet met veldkruisen.
Nog een heel interessant detail: van de vroegere olieslagerij bleef de aandrijving deels bewaard; zo is de wentelas nog steeds aanwezig.
De stelling rust op zestien schoren, wat veel is voor Groningen (gewoonlijk acht), wel voorzien van de schrankschoren.
In 1928 stak molenmaker Dijk uit Leek een nieuwe buitenroede met zelfzwichting. In 1959 werd een roede van de kort tevoren gesloopte molen van de polder Scheemderzwaag aangebracht; stroomlijn en kleppen verhuisden ook mee.
Tussen 1973 en 1975 werd de molen grondig hersteld, waarna er weer regelmatig werd gedraaid en ook gemalen. Later volgde stilstand.
Omstreeks 2006 was de toestand duidelijk minder goed: de kleppen van de zelfzwichting werden toen, in afwachting van herstel, uitgenomen.
Acties vanuit Haren zelf om deze bijzondere molen gerestaureerd te krijgen, hadden succes: in 2007 kon de bouwvallige stelling worden vernieuwd. Op 9 december 2008 werd het herstel voortgezet, toen roeden en kap werden verwijderd om in de werkplaats van de molenmaker te worden gerestaureerd.
20 april 2010 werd de geheel herstelde kap geplaatst en twee nieuwe roeden gestoken:
Source: (
visit link)
Molen De Hoop draait elke zaterdagmiddag en ook op Nationale Molendag, het Groninger molenweekend, tijdens de jaarlijkse Braderie in Haren, de jaarlijkse opening van het culturele jaar Haren, Open Monumentendag en verder op nationale feestdagen als Koninginnedag en Bevrijdingsdag. Op die dagen is De Hoop ook open voor het publiek.
English:
Open to public every saturday afternoon and on Dutch Mill day and other Dutch celebration duys. On thes daus the windmill is operational.